In 1928 werd de zogenaamde PHOHI ultra kortegolf zender gebouwd t.b.v. de draadloze verbinding naar het verre Nederlands Indië. De eerste eerste geluiden die men in Bandung (Nederlands Indië) via deze korte golf zender hoorde, was muziek uit Nederland. Zoals te lezen is in onderstaande artikelen uit 1927/1928 was het een knap staaltje samenwerking tussen toonaangevende Nederlandse bedrijven uit die tijd. "De Nederlandsche Seintoestellen fabriek (NSF)" bouwde de de zend-inrichting, Philips leverde de watergekoelde zendlampen, Heemaf de schakel-installatie, Smit Slikkerveer de omvormers en Smit Transformatoren natuurlijk de transformatoren. Op deze manier hebben de Smit bedrijven ook hun steentje bijgedragen aan de ontwikkeling van de radio-uitzendingen en de huidige Hilversumse zenders. Een mooi artikel over de Phohi zender (2-talig) vond ik in een koloniaal boekwerk uit 1927.
Filmfragment bezoek aan de Phohi kortegolf-zender (1933)
Hieronder 3 foto's uit de glasplaten collectie van Smit Slikkerveer (gemaakt in 1899) van waarschijnlijk de eerste door Willem Smit gebouwde transformator en tevens de eerste van Nederlands fabricaat. Het vermogen was 40 kVA ( voor die tijd fors te noemen) en de overzet verhouding bedroeg 1050 / 120 V. De klant was Staats Spoorwegen (S.S.) te Utrecht.
In eerdere beschrijvingen van deze transformator werd gesteld dat deze olie gekoeld was. De geperforeerde plaatstalen omkasting doet echter sterk vermoeden dat het hier gaat om een lucht gekoeld exemplaar. Eveneens werd in eerdere beschrijvingen gesproken over "enigermate vergelijkbaar met een moderne transformator". Voor wat betreft de geometrie van de wikkelingen is dit niet juist.
Bij de transformatoren uit het begin van de Nijmeegse periode zijn de wikkelingen in radiale richting vanuit de kernpoot gepositioneerd als: geaarde kern, koelspleet, laagspanningswikkeling over de gehele hoogte, koel / isolatiespleet, hoogspanningswikkeling over de gehele hoogte, ruimte voor het koelmiddel (lucht of olie) tevens isolatie, geaarde omkasting. Bij deze transformator lijkt het er sterk op dat de volgorde is: geaarde kern, koelspleet, wikkelingen set, ruimte voor het koelmiddel tevens isolatie, geaarde omkasting.
In 1889 voorzag Willem Smit de fabriek van de Nederlandsche Gist- en Spiritus fabriek te Delft (DSM) van elektrisch licht. Hij gebruikte de toen zeer vooruitstrevende gloeilampen i.p.v. booglampen. De gehele fabriek (de fabriekshallen en terreinen) werden met deze "nieuwe" lampen verlicht.
Bron: De Ingenieur 1889
Booglampen hadden een aantal vervelende eigenschappen zoals:
Flikkerend onstabiel licht
Vieze walmende geuren (ozon)
Brandgevaar
Zeer sterk licht, dus alleen geschikt voor verlichting van de terreinen, maar niet de fabriekshallen.
Links de Edison gloeilamp en rechts een booglamp.
De gloeilampen waren een sterke verbetering, vooral voor de fabrieksarbeiders. Ook dit was weer een staaltje pionierswerk van Willem Smit waarmee hij weer een van de eersten was in Nederland.
Een bedrijf als Philips, toch aardig bekend om zijn gloeilampen, werd pas 2 jaar later in 1891 opgericht !
Op 22-09-1885 werd een patent toegekend aan Willem Benjamin Smit en Adriaan Pot voor een "Dynamo Electric Machine". Dit was een van de vele ontwerpen van Willem Benjamin Smit en Adriaan Pot.
Willem Smit was in die tijd in Nederland een van de weinige ondernemers (op zijn vakgebied) die vrijwel geheel zonder licentie werkte en alles zelf ontwikkelde. De concurrentie produceerde op licentie met kennis uit Duitsland, VS of Engeland. Onderstaand uniek document bevestigd dit verhaal en dit patent betekende ook dat men zonder veel problemen wereldwijd de dynamo's kon gaan verkopen.