Smit Slikkerveer
Wereldtentoonstelling Brussel 1910
Thomas Rosskopf
Excursieleider KIVI bij Smit Slikkerveer (1911)
Smit Draad
Draadwals (1926)
Het vervoer van transformatoren d.m.v. paardentractie (Smit Transformatoren 1913-1915)
Dit duurde weken...
Smit Gas Generatoren
1965-1969
Smit Transformatoren
Montage in de bak van een 4000 kVA transformator (Amsterdam 1916)
Hoogte Kadijk
Transformatoren (1936)
Smit Transformatoren
Spoelenmontage 1921
Willem Benjamin Smit (1860-1950)
Elektriciteitspionier en grondlegger van de Smit bedrijven in Nederland
Smit Ovens
Vervoer van een grote oven per slede (Groenestraat Nijmegen 1936)
Professor Nolen (1938)
Beproeving oude gramme dynamo bij TU Delft
Thomas Rosskopf (1880-1953)
De oprichter van Smit Transformatoren, Draad, Weld en Ovens
Transformatoren
Smit Slikkerveer 1912
Smit Elektroden
Laselektroden afdeling 1935
Smit Transformatoren (1916)
4000 kVA transformator
Smit Draad
Vrouw aan de omspinmachine (1926)
Smit Slikkerveer
Elektrische centrale Tandjong Priok (1895)
Smit Slikkerveer
Generator 1500 kW (1913)
Smit Draad (1921-1927)
Kijkje in de Draadfabriek

Laatste updates

Giethars transformatoren

De droge vermogens transformator

Dit begrip is ook typische vaktaal uit de wereld van de elektrische energietechniek. Men is helemaal gewend aan transformatoren gevuld met olie. Geen olie, dat was in die wereld, was dus iets bijzonders. De meeste transformatoren, zoals in allerlei huishoudelijke apparatuur, bevatten geen vloeistof en zijn echt droog.
De elektrische isolatie van vermogens transformatoren was altijd gebaseerd op olie en papier. De uitvinding van giethars maakte een transformator mogelijk zonder olie; een droge transformator dus. Dit is vooral belangrijk op plaatsen waar je geen brand of lekkages wilt, zoals in de kelder van een kantoorflat of ziekenhuis, bij een chemische fabriek of op schepen. Er is er ook geen speciale lekbak onder de transformator meer nodig.
Elk voordeel heeft zijn nadeel. De prijs is wat hoger en de spanning was toen beperkt tot 24 kV. De elektrische isolatie tussen de laag- en hoogspanningswikkeling bestaat ook uit lucht en dat is nu eenmaal de zwakste schakel. De olie heeft ook een koelende functie en lucht koelt nu eenmaal veel slechter dan olie. Het vermogen van een droge transformator was toen ook beperkt tot zo’n 2 MVA. 

 
Giethars werd in eerste instantie gebruikt bij de fabricage van meettransformatoren in Ede en dat was Smit Ede. Het was dan ook een logische stap om de ontwikkeling en fabricage van gietharstransformatoren in Ede te concentreren. Daar zat de kennis en kunde van het werken met giethars. De laagspanningswikkeling werd gewikkeld van koperfolie. De isolatie tussen de windingen bestond uit papier wat voorzien was van een laklaag en werd mee gewikkeld met het koperfolie. Het geheel werd in een mal gemonteerd en dan onder vacuüm ingegoten met giethars.

De hoogspanningswikkeling werd gewikkeld van ronde gelakte koperdraad. Tussen de draden zat voldoende open ruimte, want de giethars moest overal kunnen komen bij het gietproces. Je wilt geen holtes in het giethars. Holtes kunnen leiden tot ontladingen en dus falen van de transformator. De regelwikkeling werd over de hoogspanningswikkeling gewikkeld en tegelijk mee ingegoten.
Nettransformatoren waren al gestandaardiseerd in vermogen en spanning. De variatie in transformator types was in de zestiger jaren dus al beperkt. Je hebt dus maar een beperkt aantal dure gietmallen nodig om de hele range in spanning en vermogen te kunnen maken. 
De laag- en hoogspanningswikkeling zijn nu “gewoon” twee cilinders die je over elkaar heen monteert. Het bouwen van de transformator lijkt veel op het werken met Lego, alleen de gewichten zijn een stuk groter.

De transformatoren werden verkocht onder de naam Resitra®. De droge transformator sluit goed aan bij de systemen die Hazemeyer en Coq leverden. Na de fusie tussen Smit en Holec liepen de klantcontacten dan ook veel meer via die bedrijven. 

Lees meer

Fritz Tauber - een verhaal over een Joods technisch tekenaar die door door de directie van Smit Transformatoren uit Kamp Westerbork werd gehaald (1942).

Fritz Tauber (1906-2004) was een legale Joodse emigrant die in 1938 vanuit Oostenrijk naar Nederland vluchtte vanwege het opkomende Nationaal Socialisme.Fritz Tauber Hij vond werk bij Smit Transformatoren (tekenaar/constructeur) en werd op 18 november 1942 opgepakt door de Nazi's en samen met zijn vrouw naar kamp Westerbork gestuurd. De directeur van Willem Smit & Co (Rosskopf) deed verwoede pogingen om hem weer vrij te krijgen middels briefcorrespondentie en steeds maar weer inpraten op de Duitse leiding. Men stelde : "Zonder Frits kunnen we geen Transformatoren maken, hij is een essentiële schakel in het proces". Uiteindelijk resulteerde dit in de vrijlating van Tauber en zijn vrouw op 21 november 1942. Enkele maanden later doken zij onder. Na 2 jaar ondergedoken gezeten te hebben in Friesland volgde op 17 April 1945 de bevrijding. Na de bevrijding ging hij weer werken bij Smit Transformatoren, het bedrijf dat zo belangrijk voor hem en zijn vrouw was geweest.

Opmerkelijk is dat er dus 2 boeken zijn uitgegeven van de belevenissen van oud medewerkers van Smit Transformatoren tijdens WO II. Het andere boek is onlangs in Nederland uitgegeven "Dansen in schuilkelders" van Johanna Wycoff-de Wilde. Mochten er nog meer oorlogsboeken zijn uitgegeven die zich afspeelden bij Smit Transformatoren dan hoor ik dat graag. 

Hieronder het verhaal van Fritz Tauber:

Vlucht uit Oostenrijk / aan de slag bij Smit  (1938)
In 1938 kwam de Oostenrijker Fritz Tauber met zijn vrouw aan in Nederland, letterlijk uit zijn huis/land verjaagd omdat hij van Joodse afkomst was. Nederland was in WO I neutraal gebleven en hij had goede hoop dat wanneer het tot een oorlog zou komen Nederland weer neutraal zou zijn. Hij dacht in Nederland veilig te zijn, maar dat bleek een illusie.

Fritz Tauber had jaren gewerkt bij Siemens Schuckert en Elin A.G. in Wenen, als constructeur/technisch tekenaar. Bij Elin hield hij zich tot 1938 bezig met de constructie van de 150 kV regelschakelaars en dat was zeer interessant voor Smit die toen nog niet zover waren. Door contacten tussen de directie van Smit en Elin kwam Rosskopf erachter dat de constructeur Fritz Tauber - die hen zo goed had geholpen met een Regeltransformator - zijn baan kwijt zou raken vanwege zijn Joodse afkomst, daarnaast werd het voor Fritz veel te gevaarlijk in Oostenrijk. Er werd een contract getekend en Fritz Tauber kreeg een werkvergunning in Nederland. Hij emigreerde zo snel hij kon met zijn vrouw naar Nederland met 25 Gulden en een passer op zak. 

Siemens Schuckert en Elin waren in die tijd technisch een voorloper op het gebied van de Regeltransformatoren en daarbij kwam zijn kennis zeer goed van pas. Er werd een huis geregeld voor de familie Tauber midden in Nijmegen.

In een bovenwoning aan de Mariënburg 70 werden zij ondergebracht. Anno 2020 zien we dat deze bovenwoning in het monumentaal pand nog steeds bestaat en gelegen is rechts naast café restaurant Toon en boven café Faber dat nog steeds huisnummer 70 heeft. De exacte locatie komen we binnenkort te weten.


Tekenkamer Smit Transformatoren 1949. Bron: Personeelsblad Smit Transformatoren. Foto: Onbekend, bedrijfsfotograaf.

Lees meer

Meettransformatoren

Meettransformatoren - nodig om hoge spanningen en grote stromen te kunnen meten

1 Inleiding

Je kunt bij de doe-het-zelf winkel een eenvoudige multimeter kopen. ( zie fig 1 ) Je kunt dan spanningen, stromen en weerstanden meten en zoiets mag eigenlijk niet in je gereedschapskist ontbreken. Een luxere variant beschikt over een ampèretang. Je sluit de tang om de geleider en je kunt de stroom aflezen ( Fig 2 ). Je kunt dan heel eenvoudig spanning en stroom meten zonder steeds de spanning uit te schakelen om zo draadjes te moeten verplaatsen.

Multimeters hebben voldoende bereik en genoeg nauwkeurigheid voor eigen gebruik. De maximale stroom die je kunt meten is zo’n 10 Ampère en een maximale spanning zo’n 1000 Volt. Je ziet, wel voldoende voor thuis, maar veel te beperkt voor het elektriciteitsnet.

Je vraagt je natuurlijk af: Hoe doen ze dat dan daar??

2 Het meten van de spanning via de spanningstransformator

Je wilt weten hoe hoog de spanning is die op een doorvoering staat. Die spanning kun je niet zomaar met een draadje aansluiten op een Voltmeter. Je moet de hoge spanning eerst transformeren naar een lage en veilige waarde. Dat doe je dus met een spannings(meet)transformator. Die moet nauwkeurig zijn tussen ca 80% en 120% van de nominale spanning. Hogere en lagere wisselspanningen komen toch niet voor bij normale bedrijfsomstandigheden in installaties. Je wilt de spanning weten om het te kunnen regelen in het net, maar ook om te bepalen wat het vermogen is dat door de transformator omgezet wordt. In het hoogspanningslaboratorium bij Smit is wel een heel grote nauwkeurigheid vereist over een veel groter gebied. Voor de diepere theorie en normen verwijzen we naar Wikipedia: Spanningstransformator - Wikipedia 

Het is verder een “normale” transformator, alleen de stroom door de wikkelingen is heel klein. Deze transformator wordt nauwelijks belast en staat eigenlijk in nullast. De primaire ( zeg maar hoogspanning ) wikkeling heeft heel veel windingen van heel dunne draad.  De spanning over de wikkeling stelt hoge eisen aan de isolatie in de wikkeling zelf. De spanningsmeettransformator is daarom ook gevuld met olie ( zie fig 3 t/m fig 5).  

Zie ook : Stroom-transformator (1940 - 1950) (willemsmithistorie.nl)

De eerste spanningstransformatoren werden gewikkeld met katoen omsponnen koperdraad. Er is hierover helaas geen informatie meer te vinden. In een later stadium werd gelakt koperdraad gebruikt en papier als extra isolatie waar nodig. Als de olie warm wordt, dan zet die uit. Er kan dan in hoge druk ontstaan in het kastje. Je kunt de expansie van de olie opvangen in een conservator ( zie fig 5 ) . Dit is te vergelijken met het expansievat in de centrale verwarming. Een conservator kost geld en vraagt onderhoud. Een constructie zonder conservator is te prefereren.

Lees meer

Smit maakt de sprong van 220 kV --> 380 kV

Inleiding

Het koppelen van elektriciteitscentrales werd voor de tweede wereldoorlog al veel gedaan. In geval van een storing kon men elkaar steunen, zodat de elektrische energie voorziening aan de gebruikers geen hinder ondervond. De plannen om grote stedelijke centrales op 150 kV niveau te koppelen kwamen rond 1930 al op. Dit 150 kV koppelnet begon in de 50-tiger jaren het karakter te krijgen van een transportnet. Het verbruik van elektrische energie bleef maar stijgen en een volgende stap was dus nodig.
Het hing al enige tijd in de lucht. De S.E.P. ( de voorloper van TenneT ) wil een 380 kV net bouwen. Dit 380 kV net moet de bestaande 150 kV en 220 kV netten koppelen, maar ook de elektriciteits centrales die verspreid staan over het land. Dit 380 kV net bestrijkt niet alleen heel Nederland, maar maakt ook koppelingen mogelijk met België en Duitsland.
Smit ging zich al in een vroeg stadium voorbereiden, want dit is een grote sprong in transformatortechniek, namelijk van 220 kV naar 380 kV. Smit was al op volle snelheid bezig toen begin 1966 de opdracht binnenkwam. Wat moet je allemaal niet technisch onderzoeken om deze sprong mogelijk te maken en hoe verliep die sprong. Wat leverde al die technische onderzoeken nog meer op, want de spin off van zo’n project is vaak heel groot. Smit is na dit succes gepromoveerd naar de eredivisie van de 400 kV transformatorfabrikanten en dankzij de resultaten van al dit werk draait Smit nog steeds mee in de top van deze eredivisie. Er ligt een nieuwe markt open met veel technische uitdagingen.
In een eerder verhaal van Erik de Vries is al aandacht besteed aan dit project en de rol van Smit Transformatoren hierin. (1966 start bouw landelijk koppelnet 380 kV.) Dit onderstaande verhaal kijkt vanuit een technische invalshoek.

Een één fase transformator uit 1968-JoopKuipers-HR
Een één fase transformator van Smit uit 1968, bron collectie Joop Kuipers.

Hoe doen anderen het?

Ontwikkelen begint altijd met de vraag: Hoe doen anderen het? Je maakt eerst een overzicht van ontwerpgegevens en constructiedetails uit de literatuur. Die meeste literatuur was van west Europese transformatorfabrikanten, die zo hun technische kunde lieten zien aan potentiële klanten. In die tijd waren en in Europa nog veel fabrikanten van grote transformatoren. Het aantal fabrikanten in Europa is tegenwoordig veel kleiner door de vele fusies en reorganisaties. Het merendeel van de ontwerpen in de literatuur waren eenfase transformatoren en de regeling van de spanning werd meestal gedaan met een aparte regeltransformator. Dit onderzoek is uitgevoerd door Frank den Outer, technische specialist bij Smit. Tegenwoordig noemen we zoiets een marktonderzoek.


Wat wil de klant precies?

De opbouw van het Nederlandse elektriciteitsnet vereiste echter een totaal ander ontwerp. De afzonderlijke 150 kV netten zijn indirect geaard en het 380 kV net wordt niet bij elke transformator direct geaard. Er kunnen dus hoge spanningen op de sterpunten komen bij eenfase kortsluitingen in het net. De sterpunten van de 150 kV en 380 kV wikkelingen moeten dan ook met hoge spanningen beproefd worden. Een aparte regeltransformator is, praktisch gezien, niet meer mogelijk.

Lees meer

Transformator olie - een product in ontwikkeling dat steeds geraffineerder wordt

Transformatorolie 

1 Inleiding

Olie is een belangrijke vloeistof. We kennen de aardolie die gewonnen wordt op veel plaatsen in de wereld. We kennen ook de olie die gewonnen wordt uit planten, zoals zonnebloemen en noten. Wil je de olie met de juiste eigenschappen hebben, dan moet je de olie raffineren. In dit verhaaltje wil ik me beperken tot transformatorolie. Transformatorolie wordt gewonnen uit aardolie, het milieuaspect is dus een minpunt. Transformatorolie moet aan heel veel eisen voldoen en dat vereist een complex raffinageproces. Een overstap naar ander soort olie is dus niet zo simpel en vereist veel ontwikkelingswerk.

Sinds een aantal jaren is er ook transformatorolie op basis van planten zoals zonnebloemen. Het milieuaspect en de geringe brandbaarheid zijn grote pluspunten, de stroperigheid en de werking als smering zijn helaas minpunten. Het gebruik van deze “groene” olie bij nettransformatoren neemt snel toe en de grote transformatoren zullen in de toekomst zeker volgen. Transformator is ook te maken uit aardgas. Je kunt de aardgasmoleculen als een soort bouwsteen gebruiken om complexe moleculen te maken (synthetiseren noemen ze dat ). Deze olie is zuiverder dan de olie die geraffineerd is uit aardolie.

Je ziet: "Er zit meer in olie dan je denkt".

Smit deed in het verleden heel veel materiaalonderzoek. Het onderzoek varieerde van röntgenonderzoek van lassen voor Smit Weld, hittebestendigheid van metalen voor Smit Ovens, isolatielakken voor Smit Draad en olieonderzoek voor Smit Transformatoren. Smit moest veel meetmethodes en meetapparaten zelf ontwikkelen, net zoals veel andere bedrijven in Nederland. Die apparaten waren ook nodig voor kwaliteitscontroles tijdens het productieproces. Tegenwoordig zijn veel metingen gestandaardiseerd via internationale normen. Meetapparatuur is daardoor nu “gewoon” te koop.

2 Waarom zit er eigenlijk olie in een transformator?

De elektrische isolatiewaarde van olie is ca 20 keer hoger als die van lucht. Een isolator-ketting aan een 150 kV hoogspanningsmast heeft een lengte van 1,5 meter. Een 150 kV wikkeling onder olie behoeft maar een afstand van 0,07 meter. Je hebt dus een hoge isolatiewaarde nodig om de afmetingen van de transformator te beperken.
De kern en wikkelingen moeten gekoeld worden. Koeling met vloeistoffen gaat veel beter dan met lucht, dus nog een reden om voor olie te kiezen.

Maar elk voordeel heeft zijn nadeel. De olie moet aan veel eisen voldoen, zowel aan het begin van zijn leven als na 30 jaar. De olie moet goed blijven en mag chemisch niet veel veranderen. De olie mag dus niet veel verouderen. Dit alles stelt hoge eisen aan de olie zelf, maar ook aan de productieprocessen in de fabriek. Ik zal dat verderop in het verhaal toelichten.

 

Er zijn wel transformatoren met lucht als isolatie. Droge transformatoren werden ze genoemd. Ze zijn wat duurder dan de olie gevulde en hebben wat meer verliezen. Ze worden gemaakt tot een hoogste netspanning van 36 kV. Ze worden veel gebruikt waar men zeker geen olie wil hebben. Je moet dan denken aan de energievoorziening in wolkenkrabbers, grote hijskranen, aan boord van schepen maar ook in windmolens. 

Lees meer

Stoomdynamo voor elektrische centrale Roosendaal (1907)

In 1906 leverde Smit Slikkerveer stoomdynamo's en de elektrische installatie (schakelborden) voor de elektrische centrale in Roosendaal. Hieronder enkele prachtige foto's van de machine hal. Wie heeft meer informatie over de elektrische centrale in Roosendaal ? Graag reacties onderaan dit artikel.

 
Elektrische centrale Roosendaal met stoommachines van Smit Slikkerveer (1907)


Hoofdschakelbord elektrische centrale Roosendaal (1907) 

De ontwikkeling van de stoomdynamo bij Smit Slikkerveer begint in 1884. In dat jaar krijgt Willem Smit het voor elkaar om een dynamo zo aan te passen dat de deze rechtstreeks op de stoommachine aangesloten kan worden. Het anker van de dynamo was zo groot gekozen dat het tevens kon dienen als vliegwiel. Deze ontwikkeling was in die tijd uniek en zelfs in het buitenland niet bekend. Willem Smit krijgt veel bekendheid door de vele publicaties in het blad "Engineering" uit Londen na een patent aanvraag.


Stoomdynamo van Smit uit 1885

In het archief van Smit Slikkerveer vonden we nog enkele foto's van verschillende typen stoomdynamo's die tussen 1907 en 1910  werden gemaakt en die zijn vrijwel identiek aan de eerste foto. 


Reclamefoto stoomdynamo's gemaakt bij Smit Slikkerveer tussen 1907 en 1911

Stoommachines van Smit Slikkerveer uit 1911. Bron: De Ingenieur.


Stoomdynamo Smit Slikkerveer gemaakt tussen 1905 en1912.

Bron: Archief van Brush HMA Ridderkerk, Geheugen van Nederland, de Ingenieur. 

Zie hieronder (PDF) ook de prachtige beschrijving van Marius Broos over de geschiedenis van elektriciteitscentrale Roosendaal uit 1907 (Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen op het station Roosendaal), waar Smit Slikkerveer de stoomdynamo's leverde.

https://mariusbroos.nl/Elektriciteitscentrale.pdf

Lees meer

Bedrijfsschool Royal Smit Transformers (1951 - heden)

Van collega Paul Klein Schiphorst ontving ik onderstaand artikel uit de tachtiger jaren van de vorige eeuw toen Smit Transformatoren nog een eigen bedrijfsschool had waar interne opleidingen werden gegeven. Anno 2014 is er nog steeds een bedrijfsschool.

De opleiding van jongeren bij Smit Transformatoren begint in 1946 enige structuur te krijgen, we gingen er toen toe over om het leerlingenstelsel van Bemetel in te voeren. De ambachtsschool in Nijmegen was in de oorlog zwaar beschadigd, zodat wij tot 1948 moesten wachten voordat we de eerste leerlingen met een vooropleiding binnen kregen. Van 1946 tot 1948 hebben we noodgedwongen jongens zonder enige vooropleiding in onze werkplaatsen het vak geleerd.
Bedrijfsschool Smit Transformatoren (1983-1985)

Bron: Paul Klein Schiphorst / Gelderlander (1985 - 1986)

In 1951 zijn we begonnen om op bescheiden schaal een eigen bedrijfsschool op te richten. Deze bleek vele jaren later zo’n groot succes te worden dat we er zelfs internationale prijzen mee in de wacht sleepten. Hieronder een foto van de eerste 10 leerlingen van de bedrijfsschool van Smit. Dit waren de eerste 10 geselecteerde  leerlingen van de Ambachtschool. Het rapport gemiddelde moest over het laatste jaar gemiddeld een 7 zijn. 

eersteleerlingenbedrijfsschoolsmit1951
Bedrijfsschool Smit Transformatoren in 1951.  


23-5-1956 bedrijfsschool Smit Transformatoren. Leerlingen houden zich bezig met het fijnsnijden van ingezameld brood. Bron: Nijmeegsch Dagblad.

 

Tussen 1951 en 1955 bevond de bedrijfsschool zich op een andere locatie, namelijk het kantoor wat vòòr 2001 het kantoor van Willem van Wely was + productieplanning van Masseling en de ruimte waar Reinout La Grouw i.C.T. de scepter zwaaide. Daarna verhuisde men naar de Groenestraat 249 in Nijmegen.

De leerlingen op de verzamelfoto zijn staand op een kistje van links naar rechts:

1 = Frits Kunst heeft na de bedrijfsschool in de kwaliteitsdienst Mech. Bew. gewekt tot ong. 1960 daarna naar Hyster gegaan heeft in Ierland en Schotland gewerkt was de laatste 10 jaar van zijn werkzaam leven Technisch Directeur Hyster Nijmegen, zijn baas was Haalmeijer. Frits is in januari 2014 overleden.

2 = Jan v.d Heuvel is verkoper geworden in de Benelux van Machines en Gereedschappen heeft jaren bij Gibas A'dam gewerkt.

3 = Willem van Wely, heeft na de Bedrijfsschool een 2 jarige opleiding gedaan bij T.N.O. Delft als Verspaningsdeskundige, daarna bij Bosboom en Hegener in A,dam een opleiding gedaan als Arbeidsanalist kwam als 20 jarige terug naar Smit, waarna hij vele leidinggevende functie's beklede is in 2001 als productieleider grote Transformatoren met pensioen gegaan, heeft er 50 jaar gewerkt.

4 = Peuki van Koolwijk klein manneke zijn vader was voorman in de kastenmakerij, is na de bedrijfsschool naar de marine gegaan heeft daar als Adelborst onder Jan Wildeboer gedient Peukie is in 1980 overleden.

Lees meer

Uit de oude doos van Smit Weld (1932-1946)

Gevonden in het grote archief van Lincoln Smit Weld. Een aantal foto's vanaf 1932 tot 1946. 

 

Zoekplaatje 15

Kantoorpersoneel 1946 Smit Las

De Doperij Smit Elektrodenfabriek 1936

Expeditie Smit Elektrodenfabriek 1946

 

 

Periodieke mededelingen 1939 met handgeschreven tekst.

Lees meer

Fritz Tauber (1906-2004) was een legale Joodse emigrant die in 1938 vanuit Oostenrijk naar Nederland vluchtte vanwege het opkomende Nationaal Socialisme.Fritz Tauber Hij vond werk bij Smit Transformatoren (tekenaar/constructeur) en werd op 18 november 1942 opgepakt door de Nazi's en samen met zijn vrouw naar kamp Westerbork gestuurd. De directeur van Willem Smit & Co (Rosskopf) deed verwoede pogingen om hem weer vrij te krijgen middels briefcorrespondentie en steeds maar weer inpraten op de Duitse leiding. Men stelde : "Zonder Frits kunnen we geen Transformatoren maken, hij is een essentiële schakel in het proces". Uiteindelijk resulteerde dit in de vrijlating van Tauber en zijn vrouw op 21 november 1942. Enkele maanden later doken zij onder. Na 2 jaar ondergedoken gezeten te hebben in Friesland volgde op 17 April 1945 de bevrijding. Na de bevrijding ging hij weer werken bij Smit Transformatoren, het bedrijf dat zo belangrijk voor hem en zijn vrouw was geweest.

Opmerkelijk is dat er dus 2 boeken zijn uitgegeven van de belevenissen van oud medewerkers van Smit Transformatoren tijdens WO II. Het andere boek is onlangs in Nederland uitgegeven "Dansen in schuilkelders" van Johanna Wycoff-de Wilde. Mochten er nog meer oorlogsboeken zijn uitgegeven die zich afspeelden bij Smit Transformatoren dan hoor ik dat graag. 

Hieronder het verhaal van Fritz Tauber:

Vlucht uit Oostenrijk / aan de slag bij Smit  (1938)
In 1938 kwam de Oostenrijker Fritz Tauber met zijn vrouw aan in Nederland, letterlijk uit zijn huis/land verjaagd omdat hij van Joodse afkomst was. Nederland was in WO I neutraal gebleven en hij had goede hoop dat wanneer het tot een oorlog zou komen Nederland weer neutraal zou zijn. Hij dacht in Nederland veilig te zijn, maar dat bleek een illusie.

Fritz Tauber had jaren gewerkt bij Siemens Schuckert en Elin A.G. in Wenen, als constructeur/technisch tekenaar. Bij Elin hield hij zich tot 1938 bezig met de constructie van de 150 kV regelschakelaars en dat was zeer interessant voor Smit die toen nog niet zover waren. Door contacten tussen de directie van Smit en Elin kwam Rosskopf erachter dat de constructeur Fritz Tauber - die hen zo goed had geholpen met een Regeltransformator - zijn baan kwijt zou raken vanwege zijn Joodse afkomst, daarnaast werd het voor Fritz veel te gevaarlijk in Oostenrijk. Er werd een contract getekend en Fritz Tauber kreeg een werkvergunning in Nederland. Hij emigreerde zo snel hij kon met zijn vrouw naar Nederland met 25 Gulden en een passer op zak. 

Siemens Schuckert en Elin waren in die tijd technisch een voorloper op het gebied van de Regeltransformatoren en daarbij kwam zijn kennis zeer goed van pas. Er werd een huis geregeld voor de familie Tauber midden in Nijmegen.

In een bovenwoning aan de Mariënburg 70 werden zij ondergebracht. Anno 2020 zien we dat deze bovenwoning in het monumentaal pand nog steeds bestaat en gelegen is rechts naast café restaurant Toon en boven café Faber dat nog steeds huisnummer 70 heeft. De exacte locatie komen we binnenkort te weten.


Tekenkamer Smit Transformatoren 1949. Bron: Personeelsblad Smit Transformatoren. Foto: Onbekend, bedrijfsfotograaf.

Constructeur gevraagd bij Willem SMit in 05-11-1938

De vacature voor elektrotechnisch ingenieur van het constructiebureau. Waarschijnlijk solliciteerde Fritz Tauber op deze advertentie uit 1938. Bron: Algemeen Handelsblad

Het pand aan de Marienburg 70 in Nijmegen anno 2020. Links café restaurant Toon, rechts café restaurant Faber. Achter een van die ramen met ronde bovenkant, links of rechts boven de deur met huisnummer 70 moet Fritz Tauber op 18 november 1942 de inval hebben kunnen zien aankomen. 

De personeelskaart van Fritz Tauber in de kaartenbak van Willem Smit & Co's Transformatorenfabriek N.V.


De paspoorten van Fritz Tauber en zijn vrouw Helene. Zie ook de letter J van Jood in beide paspoorten. Op deze manier was het voor de Duitsers erg gemakkelijk om bepaalde bevolkingsgroepen uit te filteren en op te pakken.

Westerbork (1942)
WesterborkWO II was uitgebroken en Nederland wilde neutraal blijven, maar werd toch aangevallen en overlopen door de Duitsers. Fritz was dus helemaal niet meer zo "veilig" in Nederland. 18 november 1942 wordt het echtpaar opgepakt en naar Westerbork gestuurd. Via station Nijmegen gaat men per trein naar Kleef en daar wordt men gekoppeld aan een de sneltrein naar Leeuwarden. In station Hooghalen moet men eruit en de laatste 5 km bepakt en bezakt lopend afleggen. Eenmaal aangekomen in kamp Westerbork is er dan sprake van overbevolking en een grote chaos. De eerste dag probeert Tauber vanuit het kamp contact te leggen met iemand van Willem Smit & Co's Transformatoren fabriek (zijn werkgever). Iemand van de joodse raad blijkt welwillend een telegram te versturen naar de fabriek: "Stuurt bewijs van vrijstelling. Fritz Tauber barak 66, Hooghalen."

Aankomst in Westerbork met op de voorgrond 2 officieren. Collage kamp Westerbork
Kamp Westerbork, aankomst en fotocollage. Links kampcommandant Gemmeker met een andere SS-er.


De laatste 5 km werden per voet afgelegd van station Hooghalen naar het kamp

Inschrijving Westerbork

Inschrijving in Westerbork

Gerritsen en Rosskopf krijgen het echtpaar Tauber vrij uit Kamp Westerbork (21 november 1942).
Na de verzending van het telegram leeft Tauber enige tijd tussen hoop en vrees. Uiteindelijk overheerst het laatste. "Ik kreeg per post een brief van Smit met de verzekering dat deze alles in het werk zou stellen om mij te helpen, maar ik had de hoop al opgegeven. Bij het aanschouwen van zo veel opeengehoopte ellende kon ik aan een uitzondering voor mij niet meer geloven."

De sperre ondertekend door Aus der Fünten.

Thomas RosskopfThomas Rosskopf, directeur van Smit is op de achtergrond onophoudelijk bezig om hen vrij te krijgen. Hij stuurt brieven en praat alsmaar in op een hoge Duitse Officier die vlak in de buurt van zijn woning een mooi herenhuis had "overgenomen". Daarnaast neemt Rosskopf contact op met invloedrijke vrienden o.a. een bevriende directeur van een grote scheepswerf in Amsterdam. Deze zet zich ook in om hem vrij te krijgen.Ir. W. Gerritsen (Afd. laschtechniek)


Rosskopf stuurt ingenieur W. Gerritsen, de baas van de las afdeling van Smit naar Amsterdam om in het hol van de leeuw te proberen Fritz vrij te krijgen. Ir. Gerritsen is de man die het elektrisch lassen in Nederland bekendheid heeft gegeven door de oprichting van de las scholen in Nederland en de cursussen die hij gegeven heeft. Gerritsen was hier de aangewezen persoon voor, een geboren redenaar en onderhandelaar. Thomas Rosskopf bezat deze eigenschappen ook, maar kon als directeur van Smit deze risico's niet altijd nemen. Rosskopf  was de man die de latere onderduik adressen van de familie Tauber financierde en veel geld gaf aan de oorlogsslachtoffers tussen 1940-1946. Hij kreeg daarvoor in 1947 een oorkonde van de stad Rotterdam en werd Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Fritz Tauber heeft de hoop al opgegeven, als het bericht komt dat hij en zijn vrouw Helene Kamp een "Sperre" krijgen en Kamp Westerbork mogen verlaten. Gerritsen heeft het voor elkaar gekregen om Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD - Aus der Fünten te overreden om Fritz Tauber en zijn vrouw vrij te laten en red hiermee hun levens. Behalve de familie Tauber heeft Gerritsen ook nog een andere medewerker uit een werkkamp gehaald, H.A. Jansen. Deze man was calculator bij Smit en had Joodse onderduikers in huis. Hij werd verraden en kwam in kampen in Nederland en Duitsland terecht. Gerritsen heeft hier een verzetskruis voor gekregen en werd ook nog geridderd net als directeur Rosskopf.

Oorlogsmisdadigers WOII: Ferdinand aus der Fünten [een van de Drie van  Breda, r…
Oorlogsmisdadiger Aus der Fünten, Bron: www.gahetna.nl

Waar anderen naar de vernietigingskampen worden afgevoerd, keren zij na korte tijd al weer terug in de samenleving. In totaal hebben zij "slechts" 4 dagen doorgebracht in Kamp Westerbork, maar de gruwelen die zij daar gezien hebben tekenen hen voor het leven.

Brief van Smit die leidde tot de vrijlating van het echtpaar Tauber uit Westerbork.

Brief die leidde tot de vrijlating van het echtpaar Tauber uit Westerbork.

Onderduikadres
Een korte tijd kunnen zij genieten van hun vrijheid, dan moeten ze zich melden bij de Gestapo in Amsterdam. Daar wordt hun "sperre" uit Westerbork ingenomen. Ze mogen niet meer in Nijmegen wonen en werden gedwongen om in Amsterdam een onderkomen te gaan zoeken. "Het was een rake slag, zonder onderdak, zonder geld en bonnen stonden wij weer op straat in een vreemde stad." Ir. Gerritsen vind in Amsterdam onderdak voor het echtpaar Tauber. Met een speciaal toestemmingsbewijs reist Fritz dagelijks vanuit de hoofdstad per trein op en neer naar zijn werk in Nijmegen. Hij werkt dan nog 2 maanden bij Smit Transformatoren , maar dan moet men gaan onderduiken.

Dit formulier zorgde ervoor dat de familie Tauber niet meer in Nijmegen mocht wonen, maar naar een centraal punt in Amsterdam werd verbannen.


De reisvergunning waarmee Fritz Tauber 2 maanden vanuit Amsterdam per trein naar zijn werk bij Smit ging.

 

Het eerste onderduikadres, familie Kuipers.

Ondanks toezeggingen van bepaalde mensen komt er maar niets van een schuilplaats, omdat het meestal oplichters zijn die veel geld vragen voor een schuilplaats, maar in januari 1943 helpt zijn collega, die overigens een joods meisje in huis had verborgen (de baas van de tekenkamer Ingenieur Wiersma) Tauber aan een onderduikadres. Zijn broer Sjoerd Wiersma uit Joure (lid van het verzet in Friesland) brengt Fritz en Helene Tauber naar een onderduikadres bij de familie Kuipers, een boerengezin in het plaatsje Rosterhaule in Friesland. Dit is het eerste onderduikadres.

Over de man die hem naar het onderduikadres bracht, schrijft Tauber, die zeer gelovig was: "Elke trek van zijn gezicht, elk gebaar van hem verraadde de goede, oprechte en barmhartige mens, ieder woord dat hij sprak getuigde van een onbegrensde naastenliefde en een diep rotsvast geloof in Christus en zijn evangelie."

Johannes Kuipers krijgt een verzetskruis
Johannes Kuipers, die de familie Tauber (en anderen) onderdak aanbood en zo het leven redde van een aantal joden, kreeg na de oorlog een verzetskruis. Bron: Stellingwerf 27-05-1982.

We komen steeds meer te weten over de rol die Smit Transformatoren in WO II heeft gespeeld. Zo was bijvoorbeeld ingenieur Verlee (Smit Elektroden) hoofd van de plaatselijke ordedienst (het verzet) en een groep Smit mensen hielp actief het verzet, (waaronder directeur Thomas Rosskopf en Ingenieur Gerritsen), door onderduikers in huis te nemen of het land uit te smokkelen en medewerkers vrij te krijgen of te behoeden voor tewerkstelling in Duitsland.

Verzetsgroep met Ordetroepen (1944/1945)

De lokale ordedienst met Ingenieur Verlee (4) van Smit als plaatselijk hoofd van het verzet en nog meer Smit mensen samen met de bevrijders (1944-1945). De collega die hem naar het onderduikadres brengt en die Fritz in zijn boek beschrijft staat hoogstwaarschijnlijk op deze foto.

Bij zijn eerste onderduikadres schrijft Tauber in de zomer van 1943 zijn herinneringen van het afgelopen halfjaar op, vaak met een bittere ondertoon. Na de beschrijving van de aankomst van het echtpaar in Friesland verwacht je een nieuw hoofdstuk over de onderduikperiode die dan volgt, maar hier stopt het verhaal. Op 6 juni 1944 moest men het eerste onderduik adres verlaten vanwege verraad. Men kwam terecht bij de familie Bruin in Echtenerbrug.

Het tweede onderduikadres, familie Bruin.

Onlangs (augustus 2023) kwam ik in contact met Lambert Bruin. Zijn grootouders hebben Fritz Tauber en zijn vrouw als onderduikers in huis gehad in 1945. Binnenkort een verslag van die tijd. Lambert stuurde nog een foto van een prachtig schilderij dat nog bij zijn moeder aan de muur hangt, geschilderd door Fritz Tauber tijdens zijn onderduik periode bij de familie Bruin. Hij had dus ook duidelijk schildertalent zoals we hieronder kunnen zien.


Schilderij Fritz Tauber (1945). 

In december 2023 stuurde Lambert Bruin mij onderstaand bericht: 

Bijgaand enkele foto`s van mijn grootouders, een schilderij dat bij mijn moeder boven de bank hangt en een foto van dhr. en mevr. Tauber. Meer foto`s zijn er helaas niet. De fam. Tauber is ondergedoken geweest van 6 juni 1944 tot 6 februari 1945. Tot er verraad dreigde. Zij verbleven op zolder in een donkere ruimte achter een meidenkast die voor een opening stond met een grote houten plaat achter de kast. Dat is wat ik mij herinner uit mijn jeugd, maar nooit wist wat hiervan de bedoeling was. Over de dagelijkse gang van zaken is bij ons niets bekend. Hier werd vroeger niet over gesproken en nu leven degene niet meer aan wie je het kunt vragen.


Fritz en Lenie Tauber.


Schilderij Fritz Tauber

3 x foto's van de grootouders van Lambert Bruin waar Fritz en Helene Tauber  8 maanden ondergedoken zaten (2e onderduik adres).

Met vriendelijke groeten
Lambert Bruin

Het derde onderduikadres, de familie Jansma. 

Na 10 maanden volgde het derde onderduikadres bij Klaas en Margje Jansma in Echten. Hiervan hebben wij (nog) geen informatie.

Op 17 april 1945 vierde men daar de bevrijding. Men heeft dus 2 jaar ondergedoken gezeten bij de 3 genoemde families.
Dan staat het echtpaar Tauber weer op hetzelfde punt als toen ze vanuit Oostenrijk naar Nederland aan kwamen. "Straatarm en van alle middelen ontdaan moesten wij een nieuw leven beginnen." Van zijn naaste familie was zijn zus de enige die de oorlog overleefde.

Verder bij Smit Transformatoren / Boek "Rondom Westerbork".
Gelukkig ging Fritz weer aan de slag bij zijn werkgever Smit die hem zo fantastisch had geholpen in de oorlog. Hij vond weer een huis en kon zo samen met zijn vrouw Helene een nieuw leven opbouwen in zijn geliefde Nijmegen. De wederopbouw van Nederland was in volle gang en werk was er volop. Na de bevrijding specialiseerde hij zich in lastransformatoren en aftakschakelaars en werkte hij samen met dhr.W. Gerritsen, de baas van de lasafdeling die hem na een onderhandeling met oorlogsmisdadiger "Aus der Funten" uit Westerbork vrij gekregen had en waar "de Taubers" zoveel aan te danken hebben gehad.

1953 - Het personeel van Smit schenkt een zonnewijzer aan Smit Transformatoren. De kunstenaar is Charles Hammes, derde van links is Fritz Tauber. Bron: Regionaal Archief Nijmegen.

In 1963 vierde hij zijn 25 jarig jubileum bij Smit en tot aan zijn pensioen bleef hij trouw bij Smit werken. Verder is hij altijd lid geweest van de seniorenvereniging "Willem Smit". Met de familie Kuipers, waar men het eerste onderduikadres had, is men altijd bevriend gebleven, kinderen hebben ze nooit gekregen.

In 2003 overleed Helene Tauber-büks en in 2004 overleed Fritz Tauber. In hetzelfde jaar werd zijn boek uitgegeven en was er een boekpresentatie in "Herinneringencentrum Westerbork".

 

Boekpresentatie "Rondom Westerbork"in 2004.

Nawoord uit het boek

Nawoord van de enig overlevende zus van Fritz Tauber in het boek "Rondom Westerbork"
Bron: "Boek Rondom Westerbork", familie Tauber.

Velen vinden dat er destijds veel te weinig aandacht aan dit boek is gegeven. In 2004 bestond deze historische website nog niet en omdat de uitgever niet uit Nijmegen kwam heeft dit boek nooit echt aandacht gekregen in Nijmegen en omstreken. Door dit artikel breng ik het boek een beetje onder de aandacht. Of het boek nog te bestellen is weet ik zo niet, maar hieronder heb ik wel de gegevens staan waarmee dit boek bij een goede boekhandel nog te bestellen zou moeten zijn.

In memoriam Fritz Tauber
Begin februari 2020 kreeg ik via oud medewerkers van Smit Transformatoren nog 2 documenten over Fritz Tauber en daarin komen we ook meer achtergrond informatie te weten over de connectie van Smit Transformatoren en Elin, waar Fritz Tauber werkzaam was als technisch tekenaar voordat hij naar Nederland vluchtte. Beide documenten zijn gebruikt in het bedrijfsblad Smit Medelingen die jaren lang maandelijks werd uitgegeven door Smit Transformatoren.

Bron: Piet Waterhout, oud ingenieur bij Smit Transformatoren.Met dank aan Willem van Wely.

Bron: Piet Waterhout, oud ingenieur bij Smit Transformatoren.Met dank aan Willem van Wely.

18-11-2022: Stolpersteine – voor Fritz Tauber en zijn vrouw Helene Tauber-Büks

Wat zijn Stolpersteine?

Stolpersteine, ook bekend als struikelstenen, is een project van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig (geboren in 1947 in Berlijn). Het is een over geheel Europa verspreid monument voor de slachtoffers van het nationaalsocialisme.

Als herinnering aan de razzia van 18 november 1942 zijn er nu, 80 jaar later, ook bij het woonhuis van Fritz Tauber twee Stolpersteine geplaatst. Hij woonde op de Marienburg nr 70 te Nijmegen. De voordeur van nr 70 zit tussen café restaurant Toon en café restaurant Faber. Smit werd daarbij vertegenwoordigd door Willem van Wely en Kees Spoorenberg.

  
Links: Willem van Wely en Kees Spoorenberg bij de ingang van de voormalige woning van Fritz Tauber, rechts bloemen bij de Stolpersteine voor de familie Tauber.

Het boek is opnieuw uitgegeven
Ter herdenking van de grote razzia van 17-18 november 1942 brengt Stichting Stolpersteine Nijmegen het ooggetuigenverslag van Fritz Tauber opnieuw uit. Zondag 20-11-2022 vond in het huis van de Nijmeegse geschiedenis een dubbele boekpresentatie plaats Het eerste exemplaar van Fritz Taubers "Maanden van angst en verschrikking" werd aangeboden aan Rebecca Bateman, een nicht van Helene Tauber-Büks. Daarnaast was er nog een boekpresentatie die ook met de razzia uit 1942 te maken had. "Boekhouding van een ondergang". Deze boeken zullen bij diverse (Nijmeegse) boekhandels te koop zijn, waaronder Dekker v.d. Vegt aan de Mariekenstraat in Nijmegen.

Bron: Gelderland in Vrijheid.: Locatie : Plein 44 Nijmegen.

Rondom Westerbork", door Fritz Tauber, deel 5 in de serie "Getuigen van Westerbork", uitg. Herinneringscentrum Kamp Westerbork, 2004; ISBN 90 72486 31 5; 88 blz., bron: Familie Tauber, Rondom Westerbork, Archief Smit Transformatoren.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment

Historische nieuwsflits

Smit Draad: 50 jaar CTC (1959 - 2009)

In 2009 was het precies 50 jaar geleden dat Smit Draad begon met de productie van CTC kabel (getransposeerde kabel). In 1959 werd een kabelslag-machine, de zogenaamde "Rekab 949" in werking gesteld. Een prachtige 23-draads machine. In 2009 bereikt Smit Draad een nieuwe mijlpaal, door een CTC machine te plaatsen, die maar liefst 85 draden kan wikkelen. Op 18-11-2009 a.s. werd de nieuwe "BIG CTC" machine feestelijk ingewijd door  burgemeester Thom de Graaf en was er tevens een open dag voor genodigden bij Smit Draad.

Feestje bij de opening van de nieuwe 85 Draads CTC lijn bij Smit Draad (2009)



Big CTC (85-draden) Eerste rekabmachine (CTC) 23-draads (1959)
Links, 2009 - De nieuwe 85-draads rekab-machine. De zgn. "Big CTC"., rechts 1959 - de oude 23 draads rekabmachine.

Eerste rekabmachine (CTC) 23-draads (1959)
De nieuwe kabelslagmachine in 1959. (Foto archief Smit Draad).

Smit Draad maakt 50 jaar CTC kabel.
Personeelsblad Post juni - juli 1964 (Stichting Willem Smit Historie Nijmegen).

Foto's: Archief Smit Draad.

Schrijf reactie (0 Reacties)

Plaatsen van isolatoren - Smit Tranfsormatoren (1926)

Plaatsen van isolatoren Willem Smit & Co 1926. Bron: Archief Smit Draad.

Schrijf reactie (0 Reacties)

Bedrijfsfilm videobox

Cloud tag

Laatste artikelen

Laatste reacties

      LEES MEER

Wie is online

We hebben 214 gasten en geen leden online

Statistieken

Aantal bekeken pagina's
11199648
DMC Firewall is developed by Dean Marshall Consultancy Ltd