Het vervoer van transformatoren d.m.v. paardentractie (Smit Transformatoren 1913-1915)
Dit duurde weken...
Smit Elektroden
Laselektroden afdeling 1935
Smit Slikkerveer
Elektrische centrale Tandjong Priok (1895)
Smit Slikkerveer
Wereldtentoonstelling Brussel 1910
Hoogte Kadijk
Transformatoren (1936)
Smit Transformatoren
Montage in de bak van een 4000 kVA transformator (Amsterdam 1916)
Smit Transformatoren
Spoelenmontage 1921
Smit Draad
Draadwals (1926)
Smit Draad (1921-1927)
Kijkje in de Draadfabriek
Thomas Rosskopf
Excursieleider KIVI bij Smit Slikkerveer (1911)
Smit Slikkerveer
Generator 1500 kW (1913)
Thomas Rosskopf (1880-1953)
De oprichter van Smit Transformatoren, Draad, Weld en Ovens
Willem Benjamin Smit (1860-1950)
Elektriciteitspionier en grondlegger van de Smit bedrijven in Nederland
Smit Gas Generatoren
1965-1969
Smit Draad
Vrouw aan de omspinmachine (1926)
Smit Ovens
Vervoer van een grote oven per slede (Groenestraat Nijmegen 1936)
Transformatoren
Smit Slikkerveer 1912
Smit Transformatoren (1916)
4000 kVA transformator
Professor Nolen (1938)
Beproeving oude gramme dynamo bij TU Delft

Laatste updates

Giethars transformatoren

De droge vermogens transformator

Dit begrip is ook typische vaktaal uit de wereld van de elektrische energietechniek. Men is helemaal gewend aan transformatoren gevuld met olie. Geen olie, dat was in die wereld, was dus iets bijzonders. De meeste transformatoren, zoals in allerlei huishoudelijke apparatuur, bevatten geen vloeistof en zijn echt droog.
De elektrische isolatie van vermogens transformatoren was altijd gebaseerd op olie en papier. De uitvinding van giethars maakte een transformator mogelijk zonder olie; een droge transformator dus. Dit is vooral belangrijk op plaatsen waar je geen brand of lekkages wilt, zoals in de kelder van een kantoorflat of ziekenhuis, bij een chemische fabriek of op schepen. Er is er ook geen speciale lekbak onder de transformator meer nodig.
Elk voordeel heeft zijn nadeel. De prijs is wat hoger en de spanning was toen beperkt tot 24 kV. De elektrische isolatie tussen de laag- en hoogspanningswikkeling bestaat ook uit lucht en dat is nu eenmaal de zwakste schakel. De olie heeft ook een koelende functie en lucht koelt nu eenmaal veel slechter dan olie. Het vermogen van een droge transformator was toen ook beperkt tot zo’n 2 MVA. 

 
Giethars werd in eerste instantie gebruikt bij de fabricage van meettransformatoren in Ede en dat was Smit Ede. Het was dan ook een logische stap om de ontwikkeling en fabricage van gietharstransformatoren in Ede te concentreren. Daar zat de kennis en kunde van het werken met giethars. De laagspanningswikkeling werd gewikkeld van koperfolie. De isolatie tussen de windingen bestond uit papier wat voorzien was van een laklaag en werd mee gewikkeld met het koperfolie. Het geheel werd in een mal gemonteerd en dan onder vacuüm ingegoten met giethars.

De hoogspanningswikkeling werd gewikkeld van ronde gelakte koperdraad. Tussen de draden zat voldoende open ruimte, want de giethars moest overal kunnen komen bij het gietproces. Je wilt geen holtes in het giethars. Holtes kunnen leiden tot ontladingen en dus falen van de transformator. De regelwikkeling werd over de hoogspanningswikkeling gewikkeld en tegelijk mee ingegoten.
Nettransformatoren waren al gestandaardiseerd in vermogen en spanning. De variatie in transformator types was in de zestiger jaren dus al beperkt. Je hebt dus maar een beperkt aantal dure gietmallen nodig om de hele range in spanning en vermogen te kunnen maken. 
De laag- en hoogspanningswikkeling zijn nu “gewoon” twee cilinders die je over elkaar heen monteert. Het bouwen van de transformator lijkt veel op het werken met Lego, alleen de gewichten zijn een stuk groter.

De transformatoren werden verkocht onder de naam Resitra®. De droge transformator sluit goed aan bij de systemen die Hazemeyer en Coq leverden. Na de fusie tussen Smit en Holec liepen de klantcontacten dan ook veel meer via die bedrijven. 

Lees meer

Fritz Tauber - een verhaal over een Joods technisch tekenaar die door door de directie van Smit Transformatoren uit Kamp Westerbork werd gehaald (1942).

Fritz Tauber (1906-2004) was een legale Joodse emigrant die in 1938 vanuit Oostenrijk naar Nederland vluchtte vanwege het opkomende Nationaal Socialisme.Fritz Tauber Hij vond werk bij Smit Transformatoren (tekenaar/constructeur) en werd op 18 november 1942 opgepakt door de Nazi's en samen met zijn vrouw naar kamp Westerbork gestuurd. De directeur van Willem Smit & Co (Rosskopf) deed verwoede pogingen om hem weer vrij te krijgen middels briefcorrespondentie en steeds maar weer inpraten op de Duitse leiding. Men stelde : "Zonder Frits kunnen we geen Transformatoren maken, hij is een essentiële schakel in het proces". Uiteindelijk resulteerde dit in de vrijlating van Tauber en zijn vrouw op 21 november 1942. Enkele maanden later doken zij onder. Na 2 jaar ondergedoken gezeten te hebben in Friesland volgde op 17 April 1945 de bevrijding. Na de bevrijding ging hij weer werken bij Smit Transformatoren, het bedrijf dat zo belangrijk voor hem en zijn vrouw was geweest.

Opmerkelijk is dat er dus 2 boeken zijn uitgegeven van de belevenissen van oud medewerkers van Smit Transformatoren tijdens WO II. Het andere boek is onlangs in Nederland uitgegeven "Dansen in schuilkelders" van Johanna Wycoff-de Wilde. Mochten er nog meer oorlogsboeken zijn uitgegeven die zich afspeelden bij Smit Transformatoren dan hoor ik dat graag. 

Hieronder het verhaal van Fritz Tauber:

Vlucht uit Oostenrijk / aan de slag bij Smit  (1938)
In 1938 kwam de Oostenrijker Fritz Tauber met zijn vrouw aan in Nederland, letterlijk uit zijn huis/land verjaagd omdat hij van Joodse afkomst was. Nederland was in WO I neutraal gebleven en hij had goede hoop dat wanneer het tot een oorlog zou komen Nederland weer neutraal zou zijn. Hij dacht in Nederland veilig te zijn, maar dat bleek een illusie.

Fritz Tauber had jaren gewerkt bij Siemens Schuckert en Elin A.G. in Wenen, als constructeur/technisch tekenaar. Bij Elin hield hij zich tot 1938 bezig met de constructie van de 150 kV regelschakelaars en dat was zeer interessant voor Smit die toen nog niet zover waren. Door contacten tussen de directie van Smit en Elin kwam Rosskopf erachter dat de constructeur Fritz Tauber - die hen zo goed had geholpen met een Regeltransformator - zijn baan kwijt zou raken vanwege zijn Joodse afkomst, daarnaast werd het voor Fritz veel te gevaarlijk in Oostenrijk. Er werd een contract getekend en Fritz Tauber kreeg een werkvergunning in Nederland. Hij emigreerde zo snel hij kon met zijn vrouw naar Nederland met 25 Gulden en een passer op zak. 

Siemens Schuckert en Elin waren in die tijd technisch een voorloper op het gebied van de Regeltransformatoren en daarbij kwam zijn kennis zeer goed van pas. Er werd een huis geregeld voor de familie Tauber midden in Nijmegen.

In een bovenwoning aan de Mariënburg 70 werden zij ondergebracht. Anno 2020 zien we dat deze bovenwoning in het monumentaal pand nog steeds bestaat en gelegen is rechts naast café restaurant Toon en boven café Faber dat nog steeds huisnummer 70 heeft. De exacte locatie komen we binnenkort te weten.


Tekenkamer Smit Transformatoren 1949. Bron: Personeelsblad Smit Transformatoren. Foto: Onbekend, bedrijfsfotograaf.

Lees meer

Meettransformatoren

Meettransformatoren - nodig om hoge spanningen en grote stromen te kunnen meten

1 Inleiding

Je kunt bij de doe-het-zelf winkel een eenvoudige multimeter kopen. ( zie fig 1 ) Je kunt dan spanningen, stromen en weerstanden meten en zoiets mag eigenlijk niet in je gereedschapskist ontbreken. Een luxere variant beschikt over een ampèretang. Je sluit de tang om de geleider en je kunt de stroom aflezen ( Fig 2 ). Je kunt dan heel eenvoudig spanning en stroom meten zonder steeds de spanning uit te schakelen om zo draadjes te moeten verplaatsen.

Multimeters hebben voldoende bereik en genoeg nauwkeurigheid voor eigen gebruik. De maximale stroom die je kunt meten is zo’n 10 Ampère en een maximale spanning zo’n 1000 Volt. Je ziet, wel voldoende voor thuis, maar veel te beperkt voor het elektriciteitsnet.

Je vraagt je natuurlijk af: Hoe doen ze dat dan daar??

2 Het meten van de spanning via de spanningstransformator

Je wilt weten hoe hoog de spanning is die op een doorvoering staat. Die spanning kun je niet zomaar met een draadje aansluiten op een Voltmeter. Je moet de hoge spanning eerst transformeren naar een lage en veilige waarde. Dat doe je dus met een spannings(meet)transformator. Die moet nauwkeurig zijn tussen ca 80% en 120% van de nominale spanning. Hogere en lagere wisselspanningen komen toch niet voor bij normale bedrijfsomstandigheden in installaties. Je wilt de spanning weten om het te kunnen regelen in het net, maar ook om te bepalen wat het vermogen is dat door de transformator omgezet wordt. In het hoogspanningslaboratorium bij Smit is wel een heel grote nauwkeurigheid vereist over een veel groter gebied. Voor de diepere theorie en normen verwijzen we naar Wikipedia: Spanningstransformator - Wikipedia 

Het is verder een “normale” transformator, alleen de stroom door de wikkelingen is heel klein. Deze transformator wordt nauwelijks belast en staat eigenlijk in nullast. De primaire ( zeg maar hoogspanning ) wikkeling heeft heel veel windingen van heel dunne draad.  De spanning over de wikkeling stelt hoge eisen aan de isolatie in de wikkeling zelf. De spanningsmeettransformator is daarom ook gevuld met olie ( zie fig 3 t/m fig 5).  

Zie ook : Stroom-transformator (1940 - 1950) (willemsmithistorie.nl)

De eerste spanningstransformatoren werden gewikkeld met katoen omsponnen koperdraad. Er is hierover helaas geen informatie meer te vinden. In een later stadium werd gelakt koperdraad gebruikt en papier als extra isolatie waar nodig. Als de olie warm wordt, dan zet die uit. Er kan dan in hoge druk ontstaan in het kastje. Je kunt de expansie van de olie opvangen in een conservator ( zie fig 5 ) . Dit is te vergelijken met het expansievat in de centrale verwarming. Een conservator kost geld en vraagt onderhoud. Een constructie zonder conservator is te prefereren.

Lees meer

Smit maakt de sprong van 220 kV --> 380 kV

Inleiding

Het koppelen van elektriciteitscentrales werd voor de tweede wereldoorlog al veel gedaan. In geval van een storing kon men elkaar steunen, zodat de elektrische energie voorziening aan de gebruikers geen hinder ondervond. De plannen om grote stedelijke centrales op 150 kV niveau te koppelen kwamen rond 1930 al op. Dit 150 kV koppelnet begon in de 50-tiger jaren het karakter te krijgen van een transportnet. Het verbruik van elektrische energie bleef maar stijgen en een volgende stap was dus nodig.
Het hing al enige tijd in de lucht. De S.E.P. ( de voorloper van TenneT ) wil een 380 kV net bouwen. Dit 380 kV net moet de bestaande 150 kV en 220 kV netten koppelen, maar ook de elektriciteits centrales die verspreid staan over het land. Dit 380 kV net bestrijkt niet alleen heel Nederland, maar maakt ook koppelingen mogelijk met België en Duitsland.
Smit ging zich al in een vroeg stadium voorbereiden, want dit is een grote sprong in transformatortechniek, namelijk van 220 kV naar 380 kV. Smit was al op volle snelheid bezig toen begin 1966 de opdracht binnenkwam. Wat moet je allemaal niet technisch onderzoeken om deze sprong mogelijk te maken en hoe verliep die sprong. Wat leverde al die technische onderzoeken nog meer op, want de spin off van zo’n project is vaak heel groot. Smit is na dit succes gepromoveerd naar de eredivisie van de 400 kV transformatorfabrikanten en dankzij de resultaten van al dit werk draait Smit nog steeds mee in de top van deze eredivisie. Er ligt een nieuwe markt open met veel technische uitdagingen.
In een eerder verhaal van Erik de Vries is al aandacht besteed aan dit project en de rol van Smit Transformatoren hierin. (1966 start bouw landelijk koppelnet 380 kV.) Dit onderstaande verhaal kijkt vanuit een technische invalshoek.

Een één fase transformator uit 1968-JoopKuipers-HR
Een één fase transformator van Smit uit 1968, bron collectie Joop Kuipers.

Hoe doen anderen het?

Ontwikkelen begint altijd met de vraag: Hoe doen anderen het? Je maakt eerst een overzicht van ontwerpgegevens en constructiedetails uit de literatuur. Die meeste literatuur was van west Europese transformatorfabrikanten, die zo hun technische kunde lieten zien aan potentiële klanten. In die tijd waren en in Europa nog veel fabrikanten van grote transformatoren. Het aantal fabrikanten in Europa is tegenwoordig veel kleiner door de vele fusies en reorganisaties. Het merendeel van de ontwerpen in de literatuur waren eenfase transformatoren en de regeling van de spanning werd meestal gedaan met een aparte regeltransformator. Dit onderzoek is uitgevoerd door Frank den Outer, technische specialist bij Smit. Tegenwoordig noemen we zoiets een marktonderzoek.


Wat wil de klant precies?

De opbouw van het Nederlandse elektriciteitsnet vereiste echter een totaal ander ontwerp. De afzonderlijke 150 kV netten zijn indirect geaard en het 380 kV net wordt niet bij elke transformator direct geaard. Er kunnen dus hoge spanningen op de sterpunten komen bij eenfase kortsluitingen in het net. De sterpunten van de 150 kV en 380 kV wikkelingen moeten dan ook met hoge spanningen beproefd worden. Een aparte regeltransformator is, praktisch gezien, niet meer mogelijk.

Lees meer

Transformator olie - een product in ontwikkeling dat steeds geraffineerder wordt

Transformatorolie 

1 Inleiding

Olie is een belangrijke vloeistof. We kennen de aardolie die gewonnen wordt op veel plaatsen in de wereld. We kennen ook de olie die gewonnen wordt uit planten, zoals zonnebloemen en noten. Wil je de olie met de juiste eigenschappen hebben, dan moet je de olie raffineren. In dit verhaaltje wil ik me beperken tot transformatorolie. Transformatorolie wordt gewonnen uit aardolie, het milieuaspect is dus een minpunt. Transformatorolie moet aan heel veel eisen voldoen en dat vereist een complex raffinageproces. Een overstap naar ander soort olie is dus niet zo simpel en vereist veel ontwikkelingswerk.

Sinds een aantal jaren is er ook transformatorolie op basis van planten zoals zonnebloemen. Het milieuaspect en de geringe brandbaarheid zijn grote pluspunten, de stroperigheid en de werking als smering zijn helaas minpunten. Het gebruik van deze “groene” olie bij nettransformatoren neemt snel toe en de grote transformatoren zullen in de toekomst zeker volgen. Transformator is ook te maken uit aardgas. Je kunt de aardgasmoleculen als een soort bouwsteen gebruiken om complexe moleculen te maken (synthetiseren noemen ze dat ). Deze olie is zuiverder dan de olie die geraffineerd is uit aardolie.

Je ziet: "Er zit meer in olie dan je denkt".

Smit deed in het verleden heel veel materiaalonderzoek. Het onderzoek varieerde van röntgenonderzoek van lassen voor Smit Weld, hittebestendigheid van metalen voor Smit Ovens, isolatielakken voor Smit Draad en olieonderzoek voor Smit Transformatoren. Smit moest veel meetmethodes en meetapparaten zelf ontwikkelen, net zoals veel andere bedrijven in Nederland. Die apparaten waren ook nodig voor kwaliteitscontroles tijdens het productieproces. Tegenwoordig zijn veel metingen gestandaardiseerd via internationale normen. Meetapparatuur is daardoor nu “gewoon” te koop.

2 Waarom zit er eigenlijk olie in een transformator?

De elektrische isolatiewaarde van olie is ca 20 keer hoger als die van lucht. Een isolator-ketting aan een 150 kV hoogspanningsmast heeft een lengte van 1,5 meter. Een 150 kV wikkeling onder olie behoeft maar een afstand van 0,07 meter. Je hebt dus een hoge isolatiewaarde nodig om de afmetingen van de transformator te beperken.
De kern en wikkelingen moeten gekoeld worden. Koeling met vloeistoffen gaat veel beter dan met lucht, dus nog een reden om voor olie te kiezen.

Maar elk voordeel heeft zijn nadeel. De olie moet aan veel eisen voldoen, zowel aan het begin van zijn leven als na 30 jaar. De olie moet goed blijven en mag chemisch niet veel veranderen. De olie mag dus niet veel verouderen. Dit alles stelt hoge eisen aan de olie zelf, maar ook aan de productieprocessen in de fabriek. Ik zal dat verderop in het verhaal toelichten.

 

Er zijn wel transformatoren met lucht als isolatie. Droge transformatoren werden ze genoemd. Ze zijn wat duurder dan de olie gevulde en hebben wat meer verliezen. Ze worden gemaakt tot een hoogste netspanning van 36 kV. Ze worden veel gebruikt waar men zeker geen olie wil hebben. Je moet dan denken aan de energievoorziening in wolkenkrabbers, grote hijskranen, aan boord van schepen maar ook in windmolens. 

Lees meer

Stoomdynamo voor elektrische centrale Roosendaal (1907)

In 1906 leverde Smit Slikkerveer stoomdynamo's en de elektrische installatie (schakelborden) voor de elektrische centrale in Roosendaal. Hieronder enkele prachtige foto's van de machine hal. Wie heeft meer informatie over de elektrische centrale in Roosendaal ? Graag reacties onderaan dit artikel.

 
Elektrische centrale Roosendaal met stoommachines van Smit Slikkerveer (1907)


Hoofdschakelbord elektrische centrale Roosendaal (1907) 

De ontwikkeling van de stoomdynamo bij Smit Slikkerveer begint in 1884. In dat jaar krijgt Willem Smit het voor elkaar om een dynamo zo aan te passen dat de deze rechtstreeks op de stoommachine aangesloten kan worden. Het anker van de dynamo was zo groot gekozen dat het tevens kon dienen als vliegwiel. Deze ontwikkeling was in die tijd uniek en zelfs in het buitenland niet bekend. Willem Smit krijgt veel bekendheid door de vele publicaties in het blad "Engineering" uit Londen na een patent aanvraag.


Stoomdynamo van Smit uit 1885

In het archief van Smit Slikkerveer vonden we nog enkele foto's van verschillende typen stoomdynamo's die tussen 1907 en 1910  werden gemaakt en die zijn vrijwel identiek aan de eerste foto. 


Reclamefoto stoomdynamo's gemaakt bij Smit Slikkerveer tussen 1907 en 1911

Stoommachines van Smit Slikkerveer uit 1911. Bron: De Ingenieur.


Stoomdynamo Smit Slikkerveer gemaakt tussen 1905 en1912.

Bron: Archief van Brush HMA Ridderkerk, Geheugen van Nederland, de Ingenieur. 

Zie hieronder (PDF) ook de prachtige beschrijving van Marius Broos over de geschiedenis van elektriciteitscentrale Roosendaal uit 1907 (Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen op het station Roosendaal), waar Smit Slikkerveer de stoomdynamo's leverde.

https://mariusbroos.nl/Elektriciteitscentrale.pdf

Lees meer

Bedrijfsschool Royal Smit Transformers (1951 - heden)

Van collega Paul Klein Schiphorst ontving ik onderstaand artikel uit de tachtiger jaren van de vorige eeuw toen Smit Transformatoren nog een eigen bedrijfsschool had waar interne opleidingen werden gegeven. Anno 2014 is er nog steeds een bedrijfsschool.

De opleiding van jongeren bij Smit Transformatoren begint in 1946 enige structuur te krijgen, we gingen er toen toe over om het leerlingenstelsel van Bemetel in te voeren. De ambachtsschool in Nijmegen was in de oorlog zwaar beschadigd, zodat wij tot 1948 moesten wachten voordat we de eerste leerlingen met een vooropleiding binnen kregen. Van 1946 tot 1948 hebben we noodgedwongen jongens zonder enige vooropleiding in onze werkplaatsen het vak geleerd.
Bedrijfsschool Smit Transformatoren (1983-1985)

Bron: Paul Klein Schiphorst / Gelderlander (1985 - 1986)

In 1951 zijn we begonnen om op bescheiden schaal een eigen bedrijfsschool op te richten. Deze bleek vele jaren later zo’n groot succes te worden dat we er zelfs internationale prijzen mee in de wacht sleepten. Hieronder een foto van de eerste 10 leerlingen van de bedrijfsschool van Smit. Dit waren de eerste 10 geselecteerde  leerlingen van de Ambachtschool. Het rapport gemiddelde moest over het laatste jaar gemiddeld een 7 zijn. 

eersteleerlingenbedrijfsschoolsmit1951
Bedrijfsschool Smit Transformatoren in 1951.  


23-5-1956 bedrijfsschool Smit Transformatoren. Leerlingen houden zich bezig met het fijnsnijden van ingezameld brood. Bron: Nijmeegsch Dagblad.

 

Tussen 1951 en 1955 bevond de bedrijfsschool zich op een andere locatie, namelijk het kantoor wat vòòr 2001 het kantoor van Willem van Wely was + productieplanning van Masseling en de ruimte waar Reinout La Grouw i.C.T. de scepter zwaaide. Daarna verhuisde men naar de Groenestraat 249 in Nijmegen.

De leerlingen op de verzamelfoto zijn staand op een kistje van links naar rechts:

1 = Frits Kunst heeft na de bedrijfsschool in de kwaliteitsdienst Mech. Bew. gewekt tot ong. 1960 daarna naar Hyster gegaan heeft in Ierland en Schotland gewerkt was de laatste 10 jaar van zijn werkzaam leven Technisch Directeur Hyster Nijmegen, zijn baas was Haalmeijer. Frits is in januari 2014 overleden.

2 = Jan v.d Heuvel is verkoper geworden in de Benelux van Machines en Gereedschappen heeft jaren bij Gibas A'dam gewerkt.

3 = Willem van Wely, heeft na de Bedrijfsschool een 2 jarige opleiding gedaan bij T.N.O. Delft als Verspaningsdeskundige, daarna bij Bosboom en Hegener in A,dam een opleiding gedaan als Arbeidsanalist kwam als 20 jarige terug naar Smit, waarna hij vele leidinggevende functie's beklede is in 2001 als productieleider grote Transformatoren met pensioen gegaan, heeft er 50 jaar gewerkt.

4 = Peuki van Koolwijk klein manneke zijn vader was voorman in de kastenmakerij, is na de bedrijfsschool naar de marine gegaan heeft daar als Adelborst onder Jan Wildeboer gedient Peukie is in 1980 overleden.

Lees meer

Uit de oude doos van Smit Weld (1932-1946)

Gevonden in het grote archief van Lincoln Smit Weld. Een aantal foto's vanaf 1932 tot 1946. 

 

Zoekplaatje 15

Kantoorpersoneel 1946 Smit Las

De Doperij Smit Elektrodenfabriek 1936

Expeditie Smit Elektrodenfabriek 1946

 

 

Periodieke mededelingen 1939 met handgeschreven tekst.

Lees meer

Dr. Ir. C.J. de GrootOp zondag 5 mei 2013 was het precies 90 jaar geleden dat de radiotelegrafieverbinding tussen Nederland en voormalig Nederlands Oost-Indië, (Radio Malabar) werd gelegd (lange golf zender). 
Ir. Dr. C.J. de Groot was hoofd Technische Telegraaf- en Telefoondienst Nederlandsch-Indië en radiopionier. In 1922 bouwde hij een lange-golf zender in Malabar t.b.v. een radioverbinding tussen Nederlands-Indië en Nederland. Dit was toentertijd de sterkste zender ter wereld. Op 05 Mei 1923 werd de eerste radioverbinding gemaakt tussen Nederlands-Indië en Nederland. Willem Smit & Co's Transformatorenfabriek leverde voor die zender in 1922 een grote spoel en enkele transformatoren. Smit Slikkerveer leverde de generatoren voor deze zender.

De Groot haalde in 1906 zijn ingenieursdiploma "Elektrotechniek" in Karlsruhe, 2 jaar daarvoor haalde Ir. Thomas Rosskopf aan dezelfde Technische Hogeschool zijn ingenieursdiploma "Elektrotechniek". Zij hebben elkaar zeker gekend, ook al omdat men allebei lid was van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI). Vijf jaar na zijn dood werd de zgn. Ir. Dr. C. J. de Groot plaquette ingesteld.

Deze plaquette was een onderscheiding voor mensen die zich op elektrotechnisch gebied onderscheiden hadden. Willem Benjamin Smit was de eerste die deze onderscheiding in 1932 ontving. Anton F.Philips ontving hem in 1935.

Klik op bovenstaande foto voor een uitgebreide biografie van Ir. Dr. C.J. de Groot. (1883-1927)

Voorgeschiedenis
Aan het begin van de vorige eeuw werd de vraag naar betere en snellere verbindingen met onze koloniën steeds groter. Al omstreeks 1901 werd er met Indië getelegrafeerd via twee trajecten t.w. een Nederlands-Duitse kabel (via het knooppunt Yap tussen de Filippijnen en Nieuw-Guinea) en een kabeltraject dat in Engelse handen was. Vanaf 1912 werd veel onderzoek verricht om de enorme afstand (12000 km) tussen Nederland en de Indische Archipel op de lange golf te overbruggen.

In Radio Kootwijk begon Prof. Dr. Ir. N. Koomans het speurwerk terwijl in Indië Dr. Ir. C.J. de Groot pionierde. Tijdens de eerste wereldoorlog was de beschikbaarheid van de kabels niet altijd gewaarborgd vanwege hun kwetsbaarheid, zowel in technische maar vooral in politieke zin. De noodzaak van een eigen directe verbinding met Indië deed zich daardoor steeds duidelijker voelen.

Gekozen werd voor een lange golf verbinding. (bron: Radio Kootwijk).

radiostationLandagan

Interieur van het radiostation Landangan bij Sitoebondo; v.l.n.r. de heren Schokman, ir. C.J. de Groot, C. de Haas en D.C. Noppen. (1918-1919)
Klik HIER voor alle technische informatie over zendstation MALABAR uit de Ingenieur (1925).

Zendstation Kootwijk

Kootwijk was de locatie waar begin jaren 20 een zendstation gebouwd werd om contact te kunnen onderhouden met de kolonie Nederlands Indië. De Koninklijke P.T.T, het huidige KPN, was rond 1905 bezig met experimenteren met radio-verbindingen vanaf het lichtschip "Maas". Radio-verbindingen werden in het begin uitsluitend gebruikt voor communicatie tussen schepen en het vaste land. De reikwijdte van de radio was toen nog niet zo ver dat men Nederlands Indië kon bereiken.

Radio Kootwijk
De bouw van Radio Kootwijk

Door Duitsland, Engeland en Amerika waren er kabels gelegd naar het oosten, waar Nederland gebruik van kon maken. Deze verbindingen vielen echter weg in WO I, toen het verbindingspunt, het kabelknooppunt, het eiland Yap in handen viel van de Japanners. Zij stelden direct de verbinding buiten gebruik, zodat alleen de Engelse kabel gebruikt kon worden. Hierover mochten echter geen gecodeerde berichten worden verzonden, en was de verbinding er uitsluitend voor militair gebruik.

FILM "De geschiedenis van Radio Kootwijk"


Bron: Jan Willem Udo

De Groot gaat naar Nederlands Oost Indië
In 1908 vertrok De Groot naar het toenmalige "Nederlandsch-Oost-Indië", waar zijn aanstelling tot ingenieur bij het departement van Gouvernements-bedrijven, afdeling PTT, volgde. Aanvankelijk voorbestemd voor de telegrafie werd hij al spoedig overgeplaatst naar de radiodienst en al spoedig ging hij proeven voor de regering doen m.b.t. radioverbindingen. Hij studeerde af op zijn proefschrift over de invloed van het tropisch klimaat op de radioverbinding.

Brief Dep. van Kolonien 01-09-1917

De Nederlandse regering volgde de proeven van de Groot met zeer grote interesse, zo blijkt uit bovenstaande brief van de minister van "Kolonien", Th. B. Pleyte aan de Minister van Marine. Bron: PK Archief.

Met afgedankte materialen en een nieuwe, Amerikaanse boogzender lukte het hem uiteindelijk om een radiostation op Bandoeng te bouwen. De signalen die de Groot stuurde werden niet opgevangen in Nederland, en ook niet door de sterkste zender ter wereld, de zender in het Duitse Nauen.
Zendstation van de Groot gebouwd in Indonesie
Het door Dr. Ir. C. J. de Groot in Indonesië gebouwde ontvangst toestel dat met de
'Zeven Provinciën' werd meegegeven op reis naar Nederland via het Panamakanaal.

Willem Vogt
In 1911 kwam Willem Vogt in beeld. De Indische PTT zocht vakmensen om daar ter plekke een systeem van draadloze telegrafie op te bouwen Vogt, een expert op het gebied van draadloze communicatie, trad in dienst van de Indische PTT en vertrok in 1911 naar Batavia. Hij werkte een jaar op het telegraafkantoor van Weltevreden, waar hij les gaf aan radiotelegrafisten van de Marine en was vervolgens chef van de radiostations op Timor en Ambon. In 1917 ging hij naar Bandoeng. Daar kwam hij te werken onder Ir. C. de Groot en ging hij werken aan de door de Groot gebouwde zender.

Willem Vogt Willem Vogt en zijn paard
Links: Willem Vogt (1888-1973), rechts: Willem Vogt op zijn paard "Manus" in 1917.

Telefunken
Het bedrijf Telefunken, die door vriendjes politiek de order van Nederland voor grote radiozenders had binnen gesleept, had al een complete (kleine) zender geleverd, maar deze was niet goed genoeg en daarom had de Groot een nieuwe zender opgebouwd met onder andere een motor van een neergestort vliegtuig en een dynamo van een tram. Deze zender bleek echter veel sterker. De antenne werd tussen twee rotswanden opgehangen.

Op een berg bij Bandoeng ving Vogt twee jaar lang 's nachts legercommuniqués uit Europa op. Hij maakte er dagelijks bulletins van voor de gouverneur-generaal, die ze later ook beschikbaar stelde aan de Indische pers. In 1920 lonkte Nederland, waar de Nederlandsche Seintoestellen Fabriek bezig was met draadloze telefonie en telegrafie wat uiteindelijk uitmondde in radiouitzendingen. Vogt nam ontslag bij zijn werkgever in Bandung ging werken bij het NSF en stond in Nederland aan de basis van de Hilversumse omroep. Hij werd omroeper en later oprichter en directeur van de A.V.R.O.

Klaas Dijkstra
Klaas Dijkstra (1894 - 1976) was de oudste zoon uit een Fries gezin van vijf kinderen. Zijn verhaal begint, nadat hij in 1914 wordt opgeroepen voor de militaire dienstplicht. Hij wordt ingedeeld bij de afdeling voor lijntelegrafie van de Genie in Utrecht. Dit zal voor het verdere verloop van zijn leven van doorslaggevende betekenis blijken te zijn. Hij komt daar in aanraking met militaire zend- en ontvangtechniek, die toen, zeker in Nederland, nog in de kinderschoenen stond. Tijdens zijn diensttijd mocht hij zich voorbereiden op het toelatingsexamen van de net opgerichte MTS (vergelijkbaar met HTS en HBO) in Leeuwarden. Hij slaagde, en werd direct tot de tweede klas toegelaten. In oktober 1918 behaalde hij het einddiploma "elektrotechniek". Eind 1919 reageerde hij op een advertentie, waarin personeel voor de "Radiodienst" van de PTT in Nederlands Oost-Indië werd gezocht. Zijn toelatingstest is succesvol, en eind 1920 arriveerde hij, met zijn echtgenote, op hun eerste standplaats Bandoeng op West-Java. Hij was dus een van de opvolgers van Willem Vogt die in 1920 naar Nederland vertrokken was op bij het NSF te gaan werken.

De Poulsen ontvanger op Malabar 1923

De Poulsen-zender ontworpen door Ir. Dr. C.J. de Groot werd operationeel na mei 1923. (foto 09-07-1923) Links zien we chef-wacht Klaas Dijkstra voor de zender (met daarin de spoel gemaakt door Smit Transformatoren in 1922).

principeschemaPoulsenzender

Principe schema van de Poulsen booglamp.

Klaas Dijkstra in zijn studietijd in Delft

Klaas Dijkstra tijdens zijn studie elektrotechniek.

Hier maakte hij kennis met Ir. Dr.C.J. de Groot, die hem opdroeg verschillende onderdelen te construeren voor zijn 2400 kW booglampzender op Radio Malabar. Het meest urgent was het ontwerpen van een magnetiseringsspoel van 10 ton, en hiermede diende te worden begonnen. De beroemd geworden Dr. de Groot gaf toen leiding aan de bouw van ’s werelds krachtigste Langegolf telegrafie zender in de Malabar kloof, teneinde radiocommunicatie met Nederland mogelijk te maken. Dijkstra woont en werkt enige jaren op het zendstation "Malabar", waar hij tevens een tijdlang chef van de werkplaats is.

Bouw Radio Malabar

Bouw Radiostation Malabar

Filmfragmenten van Radio Malabar door Jan-Willem Udo

10-11-1921-aanbouwStationMalabarDeGroot-detelegraaf

10-11-1921Malabar

Radiostation Malabar in aanbouw, bron: de Telegraaf 10-11-1921

situatieschetsRadiostations-Malabar

Situatieschets radiostations in de buurt van Radio Malabar rond 1924

uitwisselen glaslichaam poentang

Het uitwisselen van het defecte glaslichaam op de Poentang als gevolg van de 24-uur proef.

Prof. Koomans

In 1923 was de telegrafiezender bedrijfsklaar en ook in Nederland waren ontvangststation Sambeek en zendstation Kootwijk op tijd gereed om te telegrafisch communiceren met Malabar. Op 05-05-1923 was de eerste officiële langegolf radio telegrafie verbinding tussen Nederlands-Indië en Nederland een feit, al werkte nog niet alles naar behoren ten gevolge van een blikseminslag in de bergkloofantenne. Enkele dagen later was dat probleem opgelost. Op 7 Mei 1923 werd "den dienst Nederland - Indië".(Lange golf telegrafie) geopend.

De techniek nam een vlucht en in juni 1925 wist Prof. Ir. N. Koomans vanuit het PTT-laboratorium in Den Haag verbinding te krijgen met het Malabarse ontvangstation Rantja Ekek middels een kortegolf telegrafie zender. Dat was een lampzendertje met een golflengte van enkele tientallen meters en een vermogen van nog geen …. duizendste van dat van de grote booglampzender! Dit was een enorme vooruitgang. Het kostte minder energie/ruimte en de geluidskwaliteit was veel beter. Behalve telegrafie was nu ook telefonie mogelijk. Dit betekende tevens ook het einde van de lange golf verbindingen tussen Nederland en Indië. 

Prof. Ir. N. Koomans.

Twee maanden later nam de geregelde radiotelegraafdienst Nederland-Indië een aanvang, nadat De Groot een radio station voor Nederland had gebouwd die tijdelijk in Blaricum geplaatst werd, konden wel beide Indische zenders ontvangen worden.

100kwbooglampzender1919

De 100 kW booglampzender waarmee de eerste zendproeven naar Nederland plaats vonden, welke het eerst op de 5e Juni 1919 werden ontvangen in het ontvang gebouwtje op de Blaricummer Meent.

1919-radioontvangstNederland

Interieur van het radio-ontvangstation op de Blaricummer Meent met de Indië-ontvanger, waar de eerste radiotekens van de 100 kW-zender van Radio Malabar werden ontvangen op de 5de Juni 1919. Links de heer P.C. Tolk, rechts  de heer Visser.

INDIE-kortegolfzender1926

Bron: De Prins 1926 (collectie Rudo Hermsen)

 

Nogmaals de korte golf zender van Kootwijk (1925).

radiostationmalabar bliksem04051923telegraaf

Bijna gooide een bliksem nog roet in het eten, maar de verbinding met Nederland kon doorgang vinden. (bron: De Telegraaf 04-05-1923) 

De opening van het zendstation
Op zaterdag 5 mei 1923 werd door Zijne Excellentie de Gouverneur Generaal mr. D. Fock, de (Morse) telegrafie verbinding met Radio Kootwijk ceremonieel geopend. Door een combinatie van ongunstige technische en menselijke factoren werd het telegram aan H.M. de Koningin en de Minister van koloniën pas enkele dagen later door hen ontvangen. Het telegram was per kabel overgeseind!

openingMalabar10061923-telegraaf

Krantenknipsel opening radio Malabar, bron: de Telegraaf 10-06-1923

Openingsplechtigheid Malabar 1923

De ontvangst van Gouvereur-Generaal meester Dirk Fock op Gouvernements Radio Station Malabar voor de openings plechtigheden (05-05-1923).

Opening Radio Malabar

Foto. Gouverneur Generaal D. Fock leest het telegram voor dat vanuit Malabar uitgezonden zal worden naar Koningin Wilhelmina in Nederland ter gelegenheid van de officiele opening van het Gouvernements Radio Station (05-05-1923). 

Bron: Tropenmuseum.

Opening Radio Malabar (1923)

Nog een foto van de opening van Radiostation Malabar op 05-05-1923 door de gouverneur. Op de voorgrond de  grote boogzender met daarin de "grote spoel" van Smit Transformatoren. Bron: Jan-Willem Udo (Radio Kootwijk). 

Na de officiële opening een drankje voor de genodigden 

Een drankje na de officië opening van het zendstation Malabar. Op de voorgrond de lange man met snor, Gouverneur Dirk Fock. Rechts zien we de gedenksteen die hieronder goed in beeld komt. Bron: Tropenmuseum.

Gedenksteen Ir. de Groot (1923)

Ter gelegenheid van de opening van het Gouvernements Radio Station Malabar werd deze gedenksteen geplaatst door Gouverneur-Generaal D. Fock (05-05-1923)

Groepsportret met Gouverneur-Generaal D. Fock voor het ontvangststation te Tjangkring van het Gouvernements Radio Station Malabar

Groepsportret met Gouverneur-Generaal D. Fock voor het ontvangststation te Tjangkring van het Gouvernements Radio Station Malabar. Vijfde van rechts op de voorgrond met snor, Ir. C. de Groot. (1923)

1927- de Radiobode.

Hoewel het radiolaboratorium in Bandoeng reeds in januari tevoren geslaagde kortegolfproeven had genomen, die in Engeland en Nederland waren ontvangen, werden eerst begin 1926 enige zenders van het nieuwe type definitief in Indië opgesteld.

Machinezaal Malabar

Machinezaal Malabar met op rij 5 en 6 Amerikaanse (General Electric) en Japanse generatoren met ieder een eigen schakelinrichting. Op de voorgrond 4 motorgeneratoren (draaistroom/gelijkstroom) 25 k.W. van de Heemaf voorzien van een eigen schakelbord geheel rechts. Smit Slikkerveer leverde enkele generatoren, waaronder een motor generator , draaistroom eenphase van 10 kVA, voor een vonkenzender voor het scheepsverkeer.

1925-heemaf-malabar1

1925-heemaf-malabar2

Heemaf leverde 4 motorgeneratoren. Bron: de Ingenieur (1925).

Personeel Malabar 1926

Personeel Malabar 1926 met daarop zeer waarschijnlijk Ir. Dr. C. J. de Groot en ook Klaas Dijkstra.

De belangrijkste mannen in het midden
Waarschijnlijk de man met snor in het midden Dr. Ir. C.J. de Groot, links daarnaast Klaas Dijkstra ?

Overlijden Dr. Ir. C.J. de Groot

 06-08-1927-leeuwardercourant

Overlijdensbericht  van Dr. Ir. C.J. De Groot aan boord van het schip de J.P. Coen. Bron: Leeuwarder Courant 06-08-1927)

08021930-ceremonieDeGroot-herdenkingsmonument

 Monument ter gelegeheid van het overlijden van de Groot in Bandung , bron: Nieuws van den dag voor Nederlandsch Indië, 08-02-1930

08021930-ceremonieDeGroot

Ceremonie ter gelegeheid van het overlijden van de Groot in Bandung , bron: Nieuws van den dag voor Nederlandsch Indië, 08-02-1930 

Koninging Emma opent de radio-telefoondienst in Nederland (1929)In 1927 overlijd Ir. Dr.C.J. de Groot. Een jaar later verbeterde Klaas Dijkstra zelf de telefoniezender waardoor een stabiele kortegolf telefonie en telegrafie mogelijk werd in Nederland en Ned. Indië. Op Malabar ontstond zo een tweede krachtige zender. De kortegolf techniek was beter/stabieler en gebruikte een fractie van het benodigde zendvermogen van de booglampzender. Op 07-01-1929 opent Koningin Moeder Emma de radio-telefoondienst (voor het publiek) in Nederland.

alt

Bron: Boek: Radio Malabar Herinneringen aan een boeiende tijd 1914 - 1945 - door Klaas Dijkstra.

De grote Poulsen boogzender 

Spoelen voor zendstation Malabar geleverd door Smit Transformatoren in 1922
"De grote spoel" gemaakt door Smit Transformatoren, bron: Willem Smit beelden uit de jaren 1913 - 1948

Bovenstaande foto betreft een in 1922 vervaardigde spoel door Willem Smit & Co's Transformatorenfabriek voor zendstation Malabar in Nederlands Indië.

Directeur Nolen schreef hierover:

"Deze foto heeft historische betekenis. De grote pionier voor de radioverbinding naar Nederlands Indië was dr. de Groot, een zeer bijzonder, maar ook een fantastisch aangelegde man. Men werkte toen met een zeer grote boogzender en het nieuwe station kwam in Malabar. Wij leverden daarvoor een enorme spoel en ik meen ook de transformatoren. Bovenstaande foto toont het apparaat. Het hele station is later door een grote overstroming weggespoeld en de gebouwen werden verlaten."

(Het verhaal over de overstroming klopt niet volgens de auteur van het boek "Hallo Bandung" Het station is in 1947 opgeblazen door de jonge fanatieke volgelingen van Sukarno, de pemuda's en afgebrand, alleen de koelvijver bestaat nog en wordt als zwembadje gebruikt.)

COLLECTIE TROPENMUSEUM Montage van een grote boogzender van Radiostation Malabar TMnr 60019324

Montage van de grote boogzender met de spoel van Smit (bron Tropenmuseum)

COLLECTIE TROPENMUSEUM Een grote boogzender in de zenderzaal van Radiostation Malabar TMnr 60019335

De grote Poulsen boogzender is klaar voor gebruik. Bovenin is de "spoel van Smit Transformatoren" weggewerkt. Bron: Tropenmuseum

Meer informatie over de uitvinder van de Poulsen boogzender, klik HIER.

HetVolk11-02-1927

 11-02-1927, bron: dagblad "Het Volk".

Poulsen ontvanger 1923
Zenderzaal Malabar: Foto: Mei 1922

Zenderzaal Malabar gezicht op 2 grote boogzenders 2400 K.W.

Zenderzaal Malabar gezicht op 2 grote boogzenders 2400 K.W. De grote booglamp met amplifierinstallatie (links). Achter deze laatste is nog net even de nieuwe grote 2400 kW booglampzender zichtbaar.  

Zenderzaal Malabar gezicht op boogzenders 200 en 2400 K.W. 

Zenderzaal Malabar gezicht op boogzenders 200 en 2400 K.W.

Grote booglamp radio malabar 1927

Zenderzaal Malabarmet grote booglamp radio Malabar 1927

Grote booglamp zenderzaal Radio Malabar 1927

COLLECTIE TROPENMUSEUM Motorgeneratoren voor de boogzenders van Radiostation Malabar TMnr 60019339

General  Electric leverde een aantal grote generatoren 1200 kW 3000 volt gelijkspanning. Voor de bediening van de aggregaten had General Electric een complete schakelinrichting meegeleverd, geheel links..Ook Smit Slikkerveer en Heemaf hebben hun bijdrage geleverd (generatoren, schakelborden) maardie zijn van latere datum. (bron: Tropenmuseum).

Transformator bij machinezender Malabar 1927

De 400 kW machinezender van Telefunken (1927)

Transformator bij machinezender Malabar 1927

Dezelfde foto wat uitvergroot. Duidelijk in beeld is de transformator van Duitse makelij.

Transformator bij schakelinrichting Heemaf voor radiozender Malabar 1927

Transformator bij machinezender Malabar 1927

Dezelfde foto als hierboven, iets uitvergroot.

Smit Slikkerveer leverde de generatoren. Hieronder zien we een foto van een generator die hoogstwaarschijnlijk van Smit afkomstig is.

Generator machinezaal  zender Malabar 1927

Generatoren in de machinezaal van radiozender Malabar 1927.

Generator machinezaal  zender Malabar 1927

De foto van hierboven iets vergroot.

Gebouw zendstation Malabar 1928
Vooraanzicht van het radiostation kort na de opening. Links de koelvijver voor het warme water, dat eventueel weer gebruikt kan worden door het op te pompen.(1928)

Gebouw zendstation Malabar 1924

Hierboven zien we heel goed de bekabeling van de zender hoog tegen de bergwand aan.

bovenaanzichtMalabarKloof

Bovenaanzicht Malabar kloof.

Radiostation Malabar 1927, bron: geheugenvannederland 

Klik HIER meer info over zendstation Malabar. Klik HIER voor alle technische informatie over zendstation MALABAR uit de Ingenieur (1925).

Zie ook het artikel van Erik de Vries m.b.t. Radio Kootwijk,  Wikepedia dit schema en de link naar de mooie website van Radio Kootwijk en het vervolg tussen zand en zenders een nieuwe website gemaakt door Jan-Willem Udo. Verder nog een artikel in de Stentor.

In maart 2012 werd er in Indonesië ook een website gemaakt ter herinnering aan Radio Malabar. Deze vind je HIER. Een mooie fotoserie staat op FLICKR en een brochure vind je hieronder:
Brochure Malabar 

 

Google Map van de locatie van voormalig radiostation Malabar

Hierboven de Google maps locatie van radio Malabar. Klik op de foto om in te zoomen. 

90 jaar radiotelegrafie historie (Malabar - Kootwijk)
Op 05-05-2013 werd er in het kader van het Kootwijk-Malabar project nogmaals verbinding gemaakt met Malabar, net als 90 jaar geleden. Ter gelegenheid van dat historische feit waren er festiviteiten bij Radio Kootwijk. Van Jan-Willem Udo kreeg ik onderstaande QSL kaart. Zie ook de filmfragmenten.

90jaarMalabar-Kootwijk2013-small

90jaarMalabar-Kootwijk2013-achterkant-small 

DE RIJSTTAFEL
In 2018 werd ik gebeld door een Siebren een programmamaker van de NTR. Zij wilden een documentaire maken voor de NTR serie "De Aardappeleters". Dit gaat over de eetcultuur met een vleugje historie. Joris Vermeer zoekt naar de achtergronden van ons dagelijkse eten. Hij steekt de loftrompet over geadopteerde gerechten die inmiddels zo gewoon zijn geworden dat we er bijna niets meer over weten. Zij gaan op onderzoek en zo ontstaat een documentaire over eetcultuur met de zoektocht naar de historie van een gerecht. 

Begin 2019 was de uitzending die deels gefilmd werd bij en in de ruïnes van zendstation Radio Malabar en dus interessant voor dit artikel. Wat is er nog over van zendstation Radio Malabar ? 


Bron: NTR: 'De Aardappeleters' Aflevering: Rijsttafel. 

Bronnen: Instituut voor Nederl. Geschiedenis, website radio Kootwijk, Radio Malabar: Herinneringen aan een boeiende tijd 1914 - 1945 - door Klaas Dijkstra, Willem Smit beelden uit de jaren 1913 - 1948./Wikepedia./ir. Hans Vles, auteur van het boek Hallo Bandung/avro.nl/ Inghist.nl/ Wikepedia/ Nederlands Tropeninstituut / Jan-Willem Udo 

Reacties mogelijk gemaakt door CComment

Historische nieuwsflits

Mondharmonica club "De Smicos".

SmicosWillem Smit had vroeger (vooral in de vijftiger jaren) enorm veel hobbyverenigingen,  zoals natuurlijk een Willem Smit voetbal/honkbal team, postzegelverzamelclub, een dansorkest en schaak- en damvereniging, een fotografieclub, een toneelvereniging en nog veel meer.  Je kon het zo gek niet bedenken of er was wel een hobby-vereniging voor opgericht bij Willem Smit. Zo ook een mondharmonicaclub "SMICOS". 

Mondharmonicaclub SMICOS werd opgericht door medewerkers van de Electrodenfabriek, later aangevuld met enkele medewerkers van de Transformatorenfabriek en later nog twee dames.

Albert Wels. 

Wie weet de namen ??. Onder de foto's kunt u uw reacties kwijt.

Mondharmonicaclub

Mondharmonicaclub

Bron: Foto's geschonken door Albert Wels.(TF).

Post 1963

Stukje uit de Post uit 1963 waaruit blijkt hoeveel hobbyverenigingen WIllem Smit had en het drukke programma met activiteiten. Dit was slechts een klein deel van de verenigingen want er waren er nog veel meer. Klik op het artikel om dit te vergroten.

Schrijf reactie (0 Reacties)

Waarom transformatoren in Nijmegen gemaakt worden (1932)

Onderstaand artikel ontving ik van het Regionaal Archief Nijmegen en stamt uit 1932. Smit Ovens is dan nog niet opgericht en het "Vlambooglaschen" is een van de nieuwste technieken in de las-industrie.

Waarom transformatoren in Nederland gemaakt worden (artikel uit Ons Nederland 1932)

Met dank aan het Regionaal Archief Nijmegen.

Schrijf reactie (0 Reacties)

Bedrijfsfilm videobox

Cloud tag

Laatste artikelen

Laatste reacties

      LEES MEER

Wie is online

We hebben 251 gasten en geen leden online

Statistieken

Aantal bekeken pagina's
11082400
Our website is protected by DMC Firewall!