Smit Slikkerveer
Elektrische centrale Tandjong Priok (1895)
Smit Ovens
Vervoer van een grote oven per slede (Groenestraat Nijmegen 1936)
Thomas Rosskopf (1880-1953)
De oprichter van Smit Transformatoren, Draad, Weld en Ovens
Smit Slikkerveer
Generator 1500 kW (1913)
Smit Gas Generatoren
1965-1969
Smit Draad
Draadwals (1926)
Professor Nolen (1938)
Beproeving oude gramme dynamo bij TU Delft
Smit Slikkerveer
Wereldtentoonstelling Brussel 1910
Smit Transformatoren
Spoelenmontage 1921
Smit Transformatoren (1916)
4000 kVA transformator
Smit Elektroden
Laselektroden afdeling 1935
Smit Transformatoren
Montage in de bak van een 4000 kVA transformator (Amsterdam 1916)
Smit Draad
Vrouw aan de omspinmachine (1926)
Thomas Rosskopf
Excursieleider KIVI bij Smit Slikkerveer (1911)
Hoogte Kadijk
Transformatoren (1936)
Het vervoer van transformatoren d.m.v. paardentractie (Smit Transformatoren 1913-1915)
Dit duurde weken...
Willem Benjamin Smit (1860-1950)
Elektriciteitspionier en grondlegger van de Smit bedrijven in Nederland
Smit Draad (1921-1927)
Kijkje in de Draadfabriek
Transformatoren
Smit Slikkerveer 1912

Laatste updates

Welke proeven doe je om er voor te zorgen dat de transformator 50 jaar goed blijft functioneren

1 Inleiding

Je wilt weten of een product niet te duur is in het gebruik, of het wel tegen een stootje kan en hoe lang het eigenlijk wel mee gaat. Een transformator krijgt daarom een ook afnamekeuring, ook wel “Factory Acceptance Test” ( F.A.T. ) genoemd. Die F.A.T. bestaat uit een groot aantal proeven en elke proef omvat meerdere metingen. Je controleert dan of de transformator aan de internationale normen voldoet en aan de eisen van de klant. De aanname is dat deze transformator dan geschikt is voor 50 jaar “normaal” bedrijf, maar dat is geen 100% zekerheid.
Een aantal proeven is mede interessant vanuit historisch perspectief. Ter illustratie zal ik een vergelijking maken tussen de auto en een transformator. Dat doen we dan op drie punten.

  1. Als eerste : Hoeveel geld kost het als je de auto/transformator gebruikt.
  2. Ten tweede : Blijft de auto/transformator het nog doen als er plotseling een “incident” is.
  3. Ten derde : Hoe hard slijt de auto/transformator bij “normaal” gebruik en hoe lang gaat hij mee.

Eerst iets algemeens over proeven doen. Iedereen kan een getal aflezen van een meetapparaat en dat opschrijven, maar je moet jezelf steeds kritische vragen stellen zoals: Wat betekent het, klopt het wel met mijn verwachting, zijn er verstoringen die de resultaten beïnvloeden, ben ik iets vergeten. Ja, meten is een VAK.
Meten is weten, maar weet wel wat je meet. Het is een wat filosofische opmerking, maar beproeven houdt in dat je altijd heel kritisch naar de resultaten moet kijken. Ter illustratie het volgende praktijk voorbeeld.

Hoe kan dat?? Het uitgangspunt van alle meters is dat de stroom mooi sinusvormig is, maar die is dat nu niet meer. De ene meet de topwaarde en deelt het getal door √2. De ander meet de gemiddelde waarde en vermenigvuldigt dat met 1,1. Weer een ander meet alleen het deel van de stroom wat groter is dan nul en vermenigvuldigt dat met 2. De stroomwet van Kirchhoff klopt nog steeds, dus helaas geen Nobelprijs.
Een beproeving van een transformator ( maar ook een auto ) moet zo goed mogelijk de werkelijkheid nabootsen, maar ook praktisch uitvoerbaar zijn. Dat klinkt simpel, maar is het niet.
Elk meetresultaat bevat een zekere mate van onzekerheid. Als je meetresultaten gaat extrapoleren, via natuurkundige wetten, worden de onzekerheden nog groter. Dit is het best te illustreren met 2 voorbeeldjes.
-
Je meet de doorslagspanning van papier na 10 minuten ( zeg 20,0 kV of is het 20,1 kV ) en na 100 minuten ( zeg 19,0 kV of is het 18,9 kV ). Is de doorslagspanning bij 30 jaar dan zeker 3,0 kV of toch maar 2,5 kV.
-
De weersvoorspelling is ook een vorm van extrapoleren. Hoe verder weg, hoe groter de onzekerheid.

Proeven kun je onderverdelen in drie categorieën, zowel bij een transformator als een auto. Je moet daarbij wel in het achterhoofd houden realiseren dat de auto een serieproduct is en de vermogenstransformator op klantenspecificatie gebouwd wordt.

Lees meer

Het beproeven van grote transformatoren (en spoelen) - de verliezen

1. Het meten van de elektrische verliezen van een transformator.

Hoe kun je iets nauwkeurig meten. Als voorbeeldje gaan we bepalen hoeveel bier er in een bierpul zit.

Als je in een café alleen het bier hoeft te betalen en niet het schuim, dan zal er anders getapt gaan worden. In het rechter glas hoef je niet veel te betalen, maar aan de bar moeten ze wel hetzelfde doen als bij het linker glas. Het glas spoelen, tappen, serveren en afrekenen. Dit is maar een simpel voorbeeldje, maar dat moeten we vertalen naar de elektrische energietechniek. Het bier noemen we het actief vermogen en daarvoor moet je betalen. Het schuim noemen we het blind vermogen en daar hoef je niet voor te betalen. De energieleverancier stelt dus eisen aan jouw installatie, die mag niet teveel blindvermogen vragen.
Als je een wisselspanning op een spoel ( dan wel transformator ) zet, dan gaat er een stroom lopen. Er wordt dan vermogen aan de spoel geleverd. Dat bestaat uit een klein beetje actief vermogen (dat komt door de verliezen ) en heel veel inductief blindvermogen (dat komt door het magnetische veld ). Het meten van de verliezen wordt dan net als het meten van de hoeveelheid bier in het rechter glas.

De verliezen van een transformator bestaat uit twee delen. Het nullast (of ijzer) verlies ( zie hfdst. 2 ) wat voor het grootste deel in de kern zit. Het kortsluit ( of koper) verlies ( zie hfdst 3 ) zit voor een groot deel in het koper van de wikkelingen, maar ook in allerlei metalen constructiedelen zoals kern, kast en aandrukconstructie.
Als je verliezen wilt garanderen, dan moeten ze ook te meten zijn. Je wilt weten of de garantie overeenkomt met de werkelijkheid. In 1930 was al discussie over de indeling van de verliezen. ( Zie periodieke mededelingen No 30 “Indeelen en garandeeren der verliezen in Transformatoren” ). Er is toen afgesproken om te verwijzen naar de meetmethodes van de verliezen. We spreken over “nullastverlies” en “kortsluitverlies”. Het nullastverlies zit grotendeels in de ijzeren kern ( maar je spreekt niet over “ijzerverlies” ) en het kortsluitverlies zit voor een groot deel in het koper van de wikkelingen ( maar je spreekt niet over “koperverlies” ).
Zie ook: De verliezen van de transformator (willemsmithistorie.nl)

Men neemt nu aan dat deze twee verliezen onafhankelijk van elkaar zijn en dus apart gemeten kunnen worden. We tellen ze gewoon bij elkaar op om het totale verlies te krijgen. Metingen aan “kleine” transformatoren hebben aangetoond dat deze aanname redelijk goed is. Een meting van beide verliezen tegelijk is niet zo eenvoudig en vereist bovendien een meetopstelling met 2 identieke transformatoren ( zie paragraaf 4 ). Het kortsluitverlies is temperatuurafhankelijk. Je meet dus de omgevingstemperatuur en het kortsluitverlies bij die omgevingstemperatuur, die in de winter uiteraard anders is dan in de zomer. Je moet dus een referentie temperatuur afspreken om verliezen onderling te kunnen vergelijken. Smit was voorstander van een referentietemperatuur van 15 oC. Die ligt het dichtst bij de temperatuur die je normaal al hebt tijdens de meting. De referentie-temperatuur van 75 oC is internationaal afgesproken, dit is de temperatuur van de transformator bij nominaal bedrijf.

Lees meer

Giethars transformatoren

De droge vermogens transformator

Dit begrip is ook typische vaktaal uit de wereld van de elektrische energietechniek. Men is helemaal gewend aan transformatoren gevuld met olie. Geen olie, dat was in die wereld, was dus iets bijzonders. De meeste transformatoren, zoals in allerlei huishoudelijke apparatuur, bevatten geen vloeistof en zijn echt droog.
De elektrische isolatie van vermogens transformatoren was altijd gebaseerd op olie en papier. De uitvinding van giethars maakte een transformator mogelijk zonder olie; een droge transformator dus. Dit is vooral belangrijk op plaatsen waar je geen brand of lekkages wilt, zoals in de kelder van een kantoorflat of ziekenhuis, bij een chemische fabriek of op schepen. Er is er ook geen speciale lekbak onder de transformator meer nodig.
Elk voordeel heeft zijn nadeel. De prijs is wat hoger en de spanning was toen beperkt tot 24 kV. De elektrische isolatie tussen de laag- en hoogspanningswikkeling bestaat ook uit lucht en dat is nu eenmaal de zwakste schakel. De olie heeft ook een koelende functie en lucht koelt nu eenmaal veel slechter dan olie. Het vermogen van een droge transformator was toen ook beperkt tot zo’n 2 MVA. 

 
Giethars werd in eerste instantie gebruikt bij de fabricage van meettransformatoren in Ede en dat was Smit Ede. Het was dan ook een logische stap om de ontwikkeling en fabricage van gietharstransformatoren in Ede te concentreren. Daar zat de kennis en kunde van het werken met giethars. De laagspanningswikkeling werd gewikkeld van koperfolie. De isolatie tussen de windingen bestond uit papier wat voorzien was van een laklaag en werd mee gewikkeld met het koperfolie. Het geheel werd in een mal gemonteerd en dan onder vacuüm ingegoten met giethars.

De hoogspanningswikkeling werd gewikkeld van ronde gelakte koperdraad. Tussen de draden zat voldoende open ruimte, want de giethars moest overal kunnen komen bij het gietproces. Je wilt geen holtes in het giethars. Holtes kunnen leiden tot ontladingen en dus falen van de transformator. De regelwikkeling werd over de hoogspanningswikkeling gewikkeld en tegelijk mee ingegoten.
Nettransformatoren waren al gestandaardiseerd in vermogen en spanning. De variatie in transformator types was in de zestiger jaren dus al beperkt. Je hebt dus maar een beperkt aantal dure gietmallen nodig om de hele range in spanning en vermogen te kunnen maken. 
De laag- en hoogspanningswikkeling zijn nu “gewoon” twee cilinders die je over elkaar heen monteert. Het bouwen van de transformator lijkt veel op het werken met Lego, alleen de gewichten zijn een stuk groter.

De transformatoren werden verkocht onder de naam Resitra®. De droge transformator sluit goed aan bij de systemen die Hazemeyer en Coq leverden. Na de fusie tussen Smit en Holec liepen de klantcontacten dan ook veel meer via die bedrijven. 

Lees meer

Fritz Tauber - een verhaal over een Joods technisch tekenaar die door door de directie van Smit Transformatoren uit Kamp Westerbork werd gehaald (1942).

Fritz Tauber (1906-2004) was een legale Joodse emigrant die in 1938 vanuit Oostenrijk naar Nederland vluchtte vanwege het opkomende Nationaal Socialisme.Fritz Tauber Hij vond werk bij Smit Transformatoren (tekenaar/constructeur) en werd op 18 november 1942 opgepakt door de Nazi's en samen met zijn vrouw naar kamp Westerbork gestuurd. De directeur van Willem Smit & Co (Rosskopf) deed verwoede pogingen om hem weer vrij te krijgen middels briefcorrespondentie en steeds maar weer inpraten op de Duitse leiding. Men stelde : "Zonder Frits kunnen we geen Transformatoren maken, hij is een essentiële schakel in het proces". Uiteindelijk resulteerde dit in de vrijlating van Tauber en zijn vrouw op 21 november 1942. Enkele maanden later doken zij onder. Na 2 jaar ondergedoken gezeten te hebben in Friesland volgde op 17 April 1945 de bevrijding. Na de bevrijding ging hij weer werken bij Smit Transformatoren, het bedrijf dat zo belangrijk voor hem en zijn vrouw was geweest.

Opmerkelijk is dat er dus 2 boeken zijn uitgegeven van de belevenissen van oud medewerkers van Smit Transformatoren tijdens WO II. Het andere boek is onlangs in Nederland uitgegeven "Dansen in schuilkelders" van Johanna Wycoff-de Wilde. Mochten er nog meer oorlogsboeken zijn uitgegeven die zich afspeelden bij Smit Transformatoren dan hoor ik dat graag. 

Hieronder het verhaal van Fritz Tauber:

Vlucht uit Oostenrijk / aan de slag bij Smit  (1938)
In 1938 kwam de Oostenrijker Fritz Tauber met zijn vrouw aan in Nederland, letterlijk uit zijn huis/land verjaagd omdat hij van Joodse afkomst was. Nederland was in WO I neutraal gebleven en hij had goede hoop dat wanneer het tot een oorlog zou komen Nederland weer neutraal zou zijn. Hij dacht in Nederland veilig te zijn, maar dat bleek een illusie.

Fritz Tauber had jaren gewerkt bij Siemens Schuckert en Elin A.G. in Wenen, als constructeur/technisch tekenaar. Bij Elin hield hij zich tot 1938 bezig met de constructie van de 150 kV regelschakelaars en dat was zeer interessant voor Smit die toen nog niet zover waren. Door contacten tussen de directie van Smit en Elin kwam Rosskopf erachter dat de constructeur Fritz Tauber - die hen zo goed had geholpen met een Regeltransformator - zijn baan kwijt zou raken vanwege zijn Joodse afkomst, daarnaast werd het voor Fritz veel te gevaarlijk in Oostenrijk. Er werd een contract getekend en Fritz Tauber kreeg een werkvergunning in Nederland. Hij emigreerde zo snel hij kon met zijn vrouw naar Nederland met 25 Gulden en een passer op zak. 

Siemens Schuckert en Elin waren in die tijd technisch een voorloper op het gebied van de Regeltransformatoren en daarbij kwam zijn kennis zeer goed van pas. Er werd een huis geregeld voor de familie Tauber midden in Nijmegen.

In een bovenwoning aan de Mariënburg 70 werden zij ondergebracht. Anno 2020 zien we dat deze bovenwoning in het monumentaal pand nog steeds bestaat en gelegen is rechts naast café restaurant Toon en boven café Faber dat nog steeds huisnummer 70 heeft. De exacte locatie komen we binnenkort te weten.


Tekenkamer Smit Transformatoren 1949. Bron: Personeelsblad Smit Transformatoren. Foto: Onbekend, bedrijfsfotograaf.

Lees meer

Meettransformatoren

Meettransformatoren - nodig om hoge spanningen en grote stromen te kunnen meten

1 Inleiding

Je kunt bij de doe-het-zelf winkel een eenvoudige multimeter kopen. ( zie fig 1 ) Je kunt dan spanningen, stromen en weerstanden meten en zoiets mag eigenlijk niet in je gereedschapskist ontbreken. Een luxere variant beschikt over een ampèretang. Je sluit de tang om de geleider en je kunt de stroom aflezen ( Fig 2 ). Je kunt dan heel eenvoudig spanning en stroom meten zonder steeds de spanning uit te schakelen om zo draadjes te moeten verplaatsen.

Multimeters hebben voldoende bereik en genoeg nauwkeurigheid voor eigen gebruik. De maximale stroom die je kunt meten is zo’n 10 Ampère en een maximale spanning zo’n 1000 Volt. Je ziet, wel voldoende voor thuis, maar veel te beperkt voor het elektriciteitsnet.

Je vraagt je natuurlijk af: Hoe doen ze dat dan daar??

2 Het meten van de spanning via de spanningstransformator

Je wilt weten hoe hoog de spanning is die op een doorvoering staat. Die spanning kun je niet zomaar met een draadje aansluiten op een Voltmeter. Je moet de hoge spanning eerst transformeren naar een lage en veilige waarde. Dat doe je dus met een spannings(meet)transformator. Die moet nauwkeurig zijn tussen ca 80% en 120% van de nominale spanning. Hogere en lagere wisselspanningen komen toch niet voor bij normale bedrijfsomstandigheden in installaties. Je wilt de spanning weten om het te kunnen regelen in het net, maar ook om te bepalen wat het vermogen is dat door de transformator omgezet wordt. In het hoogspanningslaboratorium bij Smit is wel een heel grote nauwkeurigheid vereist over een veel groter gebied. Voor de diepere theorie en normen verwijzen we naar Wikipedia: Spanningstransformator - Wikipedia 

Het is verder een “normale” transformator, alleen de stroom door de wikkelingen is heel klein. Deze transformator wordt nauwelijks belast en staat eigenlijk in nullast. De primaire ( zeg maar hoogspanning ) wikkeling heeft heel veel windingen van heel dunne draad.  De spanning over de wikkeling stelt hoge eisen aan de isolatie in de wikkeling zelf. De spanningsmeettransformator is daarom ook gevuld met olie ( zie fig 3 t/m fig 5).  

Zie ook : Stroom-transformator (1940 - 1950) (willemsmithistorie.nl)

De eerste spanningstransformatoren werden gewikkeld met katoen omsponnen koperdraad. Er is hierover helaas geen informatie meer te vinden. In een later stadium werd gelakt koperdraad gebruikt en papier als extra isolatie waar nodig. Als de olie warm wordt, dan zet die uit. Er kan dan in hoge druk ontstaan in het kastje. Je kunt de expansie van de olie opvangen in een conservator ( zie fig 5 ) . Dit is te vergelijken met het expansievat in de centrale verwarming. Een conservator kost geld en vraagt onderhoud. Een constructie zonder conservator is te prefereren.

Lees meer

Smit maakt de sprong van 220 kV --> 380 kV

Inleiding

Het koppelen van elektriciteitscentrales werd voor de tweede wereldoorlog al veel gedaan. In geval van een storing kon men elkaar steunen, zodat de elektrische energie voorziening aan de gebruikers geen hinder ondervond. De plannen om grote stedelijke centrales op 150 kV niveau te koppelen kwamen rond 1930 al op. Dit 150 kV koppelnet begon in de 50-tiger jaren het karakter te krijgen van een transportnet. Het verbruik van elektrische energie bleef maar stijgen en een volgende stap was dus nodig.
Het hing al enige tijd in de lucht. De S.E.P. ( de voorloper van TenneT ) wil een 380 kV net bouwen. Dit 380 kV net moet de bestaande 150 kV en 220 kV netten koppelen, maar ook de elektriciteits centrales die verspreid staan over het land. Dit 380 kV net bestrijkt niet alleen heel Nederland, maar maakt ook koppelingen mogelijk met België en Duitsland.
Smit ging zich al in een vroeg stadium voorbereiden, want dit is een grote sprong in transformatortechniek, namelijk van 220 kV naar 380 kV. Smit was al op volle snelheid bezig toen begin 1966 de opdracht binnenkwam. Wat moet je allemaal niet technisch onderzoeken om deze sprong mogelijk te maken en hoe verliep die sprong. Wat leverde al die technische onderzoeken nog meer op, want de spin off van zo’n project is vaak heel groot. Smit is na dit succes gepromoveerd naar de eredivisie van de 400 kV transformatorfabrikanten en dankzij de resultaten van al dit werk draait Smit nog steeds mee in de top van deze eredivisie. Er ligt een nieuwe markt open met veel technische uitdagingen.
In een eerder verhaal van Erik de Vries is al aandacht besteed aan dit project en de rol van Smit Transformatoren hierin. (1966 start bouw landelijk koppelnet 380 kV.) Dit onderstaande verhaal kijkt vanuit een technische invalshoek.

Een één fase transformator uit 1968-JoopKuipers-HR
Een één fase transformator van Smit uit 1968, bron collectie Joop Kuipers.

Hoe doen anderen het?

Ontwikkelen begint altijd met de vraag: Hoe doen anderen het? Je maakt eerst een overzicht van ontwerpgegevens en constructiedetails uit de literatuur. Die meeste literatuur was van west Europese transformatorfabrikanten, die zo hun technische kunde lieten zien aan potentiële klanten. In die tijd waren en in Europa nog veel fabrikanten van grote transformatoren. Het aantal fabrikanten in Europa is tegenwoordig veel kleiner door de vele fusies en reorganisaties. Het merendeel van de ontwerpen in de literatuur waren eenfase transformatoren en de regeling van de spanning werd meestal gedaan met een aparte regeltransformator. Dit onderzoek is uitgevoerd door Frank den Outer, technische specialist bij Smit. Tegenwoordig noemen we zoiets een marktonderzoek.


Wat wil de klant precies?

De opbouw van het Nederlandse elektriciteitsnet vereiste echter een totaal ander ontwerp. De afzonderlijke 150 kV netten zijn indirect geaard en het 380 kV net wordt niet bij elke transformator direct geaard. Er kunnen dus hoge spanningen op de sterpunten komen bij eenfase kortsluitingen in het net. De sterpunten van de 150 kV en 380 kV wikkelingen moeten dan ook met hoge spanningen beproefd worden. Een aparte regeltransformator is, praktisch gezien, niet meer mogelijk.

Lees meer

Transformator olie - een product in ontwikkeling dat steeds geraffineerder wordt

Transformatorolie 

1 Inleiding

Olie is een belangrijke vloeistof. We kennen de aardolie die gewonnen wordt op veel plaatsen in de wereld. We kennen ook de olie die gewonnen wordt uit planten, zoals zonnebloemen en noten. Wil je de olie met de juiste eigenschappen hebben, dan moet je de olie raffineren. In dit verhaaltje wil ik me beperken tot transformatorolie. Transformatorolie wordt gewonnen uit aardolie, het milieuaspect is dus een minpunt. Transformatorolie moet aan heel veel eisen voldoen en dat vereist een complex raffinageproces. Een overstap naar ander soort olie is dus niet zo simpel en vereist veel ontwikkelingswerk.

Sinds een aantal jaren is er ook transformatorolie op basis van planten zoals zonnebloemen. Het milieuaspect en de geringe brandbaarheid zijn grote pluspunten, de stroperigheid en de werking als smering zijn helaas minpunten. Het gebruik van deze “groene” olie bij nettransformatoren neemt snel toe en de grote transformatoren zullen in de toekomst zeker volgen. Transformator is ook te maken uit aardgas. Je kunt de aardgasmoleculen als een soort bouwsteen gebruiken om complexe moleculen te maken (synthetiseren noemen ze dat ). Deze olie is zuiverder dan de olie die geraffineerd is uit aardolie.

Je ziet: "Er zit meer in olie dan je denkt".

Smit deed in het verleden heel veel materiaalonderzoek. Het onderzoek varieerde van röntgenonderzoek van lassen voor Smit Weld, hittebestendigheid van metalen voor Smit Ovens, isolatielakken voor Smit Draad en olieonderzoek voor Smit Transformatoren. Smit moest veel meetmethodes en meetapparaten zelf ontwikkelen, net zoals veel andere bedrijven in Nederland. Die apparaten waren ook nodig voor kwaliteitscontroles tijdens het productieproces. Tegenwoordig zijn veel metingen gestandaardiseerd via internationale normen. Meetapparatuur is daardoor nu “gewoon” te koop.

2 Waarom zit er eigenlijk olie in een transformator?

De elektrische isolatiewaarde van olie is ca 20 keer hoger als die van lucht. Een isolator-ketting aan een 150 kV hoogspanningsmast heeft een lengte van 1,5 meter. Een 150 kV wikkeling onder olie behoeft maar een afstand van 0,07 meter. Je hebt dus een hoge isolatiewaarde nodig om de afmetingen van de transformator te beperken.
De kern en wikkelingen moeten gekoeld worden. Koeling met vloeistoffen gaat veel beter dan met lucht, dus nog een reden om voor olie te kiezen.

Maar elk voordeel heeft zijn nadeel. De olie moet aan veel eisen voldoen, zowel aan het begin van zijn leven als na 30 jaar. De olie moet goed blijven en mag chemisch niet veel veranderen. De olie mag dus niet veel verouderen. Dit alles stelt hoge eisen aan de olie zelf, maar ook aan de productieprocessen in de fabriek. Ik zal dat verderop in het verhaal toelichten.

 

Er zijn wel transformatoren met lucht als isolatie. Droge transformatoren werden ze genoemd. Ze zijn wat duurder dan de olie gevulde en hebben wat meer verliezen. Ze worden gemaakt tot een hoogste netspanning van 36 kV. Ze worden veel gebruikt waar men zeker geen olie wil hebben. Je moet dan denken aan de energievoorziening in wolkenkrabbers, grote hijskranen, aan boord van schepen maar ook in windmolens. 

Lees meer

Stoomdynamo voor elektrische centrale Roosendaal (1907)

In 1906 leverde Smit Slikkerveer stoomdynamo's en de elektrische installatie (schakelborden) voor de elektrische centrale in Roosendaal. Hieronder enkele prachtige foto's van de machine hal. Wie heeft meer informatie over de elektrische centrale in Roosendaal ? Graag reacties onderaan dit artikel.

 
Elektrische centrale Roosendaal met stoommachines van Smit Slikkerveer (1907)


Hoofdschakelbord elektrische centrale Roosendaal (1907) 

De ontwikkeling van de stoomdynamo bij Smit Slikkerveer begint in 1884. In dat jaar krijgt Willem Smit het voor elkaar om een dynamo zo aan te passen dat de deze rechtstreeks op de stoommachine aangesloten kan worden. Het anker van de dynamo was zo groot gekozen dat het tevens kon dienen als vliegwiel. Deze ontwikkeling was in die tijd uniek en zelfs in het buitenland niet bekend. Willem Smit krijgt veel bekendheid door de vele publicaties in het blad "Engineering" uit Londen na een patent aanvraag.


Stoomdynamo van Smit uit 1885

In het archief van Smit Slikkerveer vonden we nog enkele foto's van verschillende typen stoomdynamo's die tussen 1907 en 1910  werden gemaakt en die zijn vrijwel identiek aan de eerste foto. 


Reclamefoto stoomdynamo's gemaakt bij Smit Slikkerveer tussen 1907 en 1911

Stoommachines van Smit Slikkerveer uit 1911. Bron: De Ingenieur.


Stoomdynamo Smit Slikkerveer gemaakt tussen 1905 en1912.

Bron: Archief van Brush HMA Ridderkerk, Geheugen van Nederland, de Ingenieur. 

Zie hieronder (PDF) ook de prachtige beschrijving van Marius Broos over de geschiedenis van elektriciteitscentrale Roosendaal uit 1907 (Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen op het station Roosendaal), waar Smit Slikkerveer de stoomdynamo's leverde.

https://mariusbroos.nl/Elektriciteitscentrale.pdf

Lees meer

Dynamo's van Smit Slikkerveer voor motorschip MS Oranje II (1939) + FILM

Stoomvaart Maatschappij Nederland gaf in 1937 de opdracht aan NV Nederlandsche Scheepsbouw Mij Amsterdam om een groot luxe passagiersschip te bouwen, de MS Oranje II. De bouw van het meer dan 20.000 ton wegende passagiersschip duurde ruim 2 jaar. De bouw vond plaats bij de werf in Amsterdam en bood voor twee jaar tijd werkgelegenheid aan duizenden arbeiders. Het luxueuze passagiersschip was bestemd om te worden ingezet voor de vaart op de Indië-route. De dynamo's (generatoren) werden gemaakt door Smit Slikkerveer. In de archieven vonden we een filmfragment van de fabricage van de dynamo's, die de stroom moesten leveren voor het hele schip. Voor meer informatie over MS Oranje II zie DEZE LINK

Bron: Archief Brush

FILM FRAGMENT: (klik op de play button om te starten)

Lees meer: Dynamo's van Smit Slikkerveer voor motorschip MS Oranje II (1939) + FILM

Schrijf reactie (0 Reacties)

Stichting Willem Smit Historie Nijmegen opgericht

altInleiding en doel van de Stichting.

Op 10 juli 2013 is het er dan eindelijk van gekomen en werd er een Stichting opgericht die als doel heeft: " Het als een cultureel en educatieve instelling behouden van het industrieel erfgoed van Willem Smit & Co’s Transformatorenfabriek " Dit lag ook wel in de verwachting want we waren al " Stichtingsrijp". Vele jaren geleden is Rudo Hermsen begonnen met het op zetten van de website www.willemsmithistorie.nl het verzamelen van geschiedkundige boeken, documenten, beeldmateriaal en museale objecten.

Enkele jaren gelden werd Erik de Vries hierin betrokken. We beschikken nu over veel materiaal, worden gevraagd voor het houden van lezingen, studenten raadplegen ons en we hebben mee gewerkt aan het tot stand komen van het boek " 100 jaar Smit Transformatoren"

We gaan ons doel verwezenlijken door, onder andere: 

  • Het onderhouden en vooral uitbreiden van onze website.
     
  • De inrichting van een Museum - de intentie om ons een ruimte ter beschikking te stellen is reeds uitgesproken - waarin boeken, documenten, beeld materiaal en kleine objecten voor een breed publiek   toegankelijk worden.
     
  • Het houden van informatieve en educatieve lezingen en demonstraties.
     
  • Het uitbrengen van brochures,publicaties en het verschaffen van teksten en afbeeldingen aan derden, bijv. studenten en geschiedsschrijvers.

  • Afhankelijk van het verkrijgen van ruimte, het inrichten van een Museum waarin boeken, documenten, beeld materiaal en kleine objecten voor een breed publiek toegankelijk worden.
    Een eerdere toezegging om ons ruimte ter beschikking te stellen is ingetrokken. Wij zoeken nu naar andere mogelijkheden, eventueel samen met een andere stichting.
     

Algemene gegevens.

De Stichting heeft een ANBI-status ( Algemeen Nut Beogende Instelling) en is ingeschreven in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel voor Centraal Gelderland, te Arnhem onder nr. 58361855 

Correspondentie adres:

Stichting Willem Smit Historie Nijmegen
Binnenvaart 15
6642 CT Beuningen Gld.

E-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Website : www.willemsmithistorie.nl

Bankrekening nr:  NL31 RABO 0102413746

Het bestuur bestaat uit : Voorzitter : Erik de Vries , gepensioneerd bij Smit Transformatoren. Secretaris : Rudo Hermsen, medewerker van Smit Draad. Penningmeester : Bert van Herpen, gepensioneerd bij Smit Transformatoren.

Middelen.

We zijn nog op zoek naar vrijwilligers die voor ons historisch speurwerk doen, als gastschrijver optreden of een bron van oral history kunnen zijn. Foto's, artikelen, brochures etc. zijn hoogst welkom.
Maar vooral financiële middelen zijn hard nodig om onze doelstelling te verwezenlijken. Iedere gift, hoe klein dan ook, van instellingen, bezoekers van onze website en sympathisanten is welkom ! Als dank hiervoor zullen we de namen van donateurs (zo zij niet anoniem willen blijven) en die van de sponsoren met hun logo op onze, reeds meer dan één miljoen keer bezochte, website plaatsen.

1935 G162 - transport 28000 KVA-small

Een 28000 kVA transformator wordt op het schip geplaatst (1935). Bron: Wim Erinkveld. 

Schrijf reactie (1 Reacties)

De historie van Smit Gas Generatoren (1960 - heden)

In 1936 wordt de Ovenafdeling van Willem Smit & Co's Transformatorenfabriek NV opgericht. Het bedrijf ontwikkelt zich tot een belangrijke ovenfabrikant voor hoofdzakelijk (grote) industriële toepassingen. Door nieuwe ontwikkelingen ontstaat er rond 1960 vraag naar inert gas. Smit Ovens speelt daarop in en er ontstaat een nieuwe afdeling (Smit Gas Generatoren). Deze afdeling begint met de ontwikkeling en levering van brandveilige gasgeneratoren. In het begin is de markt hoofdzakelijk voor de industrie maar al snel is er een belangrijke toepassing voor het gebruik aan boord van schepen, olie- en gastankers. Deze specialisatie wordt in de loop van de jaren doorgevoerd.

Het begon dus met industriële ovens, oorspronkelijk ontwikkeld ten behoeve van de productie van elektroden en nodig bij de fabricage van wikkeldraad en transformatoren. De ovens werden verkocht aan andere Europese fabrikanten als antwoord op de groeiende vraag na de Tweede Wereldoorlog. Aan het einde van de jaren vijftig begon Smit te experimenteren met technologie voor het maken van inert gas, dat werd gebruikt om de binnenomgevingen van de ovens te regelen. In die jaren werd inert gas alleen op land voor industriële doeleinden gebruikt, maar (nog) niet voor schepen. Dat veranderde in 1967, toen Smit werd benaderd door de eigenaren van het vismeel schip schip, de Willem Barentsz, die dachten dat inert gas wel eens de sleutel zou kunnen zijn om de problemen op te lossen die zij met hun schip hadden. De ingenieurs van Smit ontwikkelden een nieuwe, op maat gemaakte oplossing en het eerste maritieme Smit Inert Gas Systeem werd geboren.

Oude installaties Smit Gas
Smit Gas Generatoren (1960-1975) 

Een experimenteel tijdperk, van gas generator naar inert gas generator.

Onderaan is te zien een elektrische gas cementeer oven met gasgenerator. De advertentie is uit de periode 1948 - 1950. Dus een van de eerste foto's van een gas generator. Bron: Antoon de Valk.

Een van de oudste reclame van Smit Ovens met rechts in het midden een atmosfeer generator. Datering 1948-1950.

Ontwikkeling van het eerste prototype, de aardgasgenerator
Tussen 1948 en 1950 maakte Smit Ovens al een elektrische gas-cementeer oven voorzien van een gasgenerator. (zie bovenstaande reclame). Dit was dus nog ruim voordat Smit Gas Generatoren als een zelfstandig onderdeel van Smit Ovens ging opereren. Dit waren dus industriële toepassingen en hadden nog niets met scheepvaart te maken. In 1957 ontwikkelde Smit Ovens een eerste prototype van een aardgasgenerator en dit model werd geplaatst in de fabriek van Smit Draad in Nijmegen (bij de gloeiovens) en was bedoeld om aardgas om te zetten naar inert gas. Bij het gloeien van koperdraad mag er namelijk geen zuurstof bij het koper komen, anders oxideert het koper. Deze installatie heeft vele jaren naar behoren gewerkt. 


Het begon allemaal met deze aardgasgenerator die bij Smit Draad geplaatst werd. Bron: Smit Mededelingen 1957 / Archief Smit Draad.

Holec-tijdperk
Tussen 1969 en 1984 fuseerde de Smit Transformatoren groep met het nog grotere HOLEC. Al snel had HOLEC het nog voor het zeggen. Er ontstond zo een bedrijf met 8500 medewerkers. Smit Ovens krijgt dan de naam Holec Furnaces/ Gas Generatoren. 


Holec Gas Generators 1981. (Groenestraat 310 Nijmegen).

Een medewerker bij een HOLEC gasgenerator (1982-1984). Bron: Regionaal Archief Nijmegen.

Levering eerste inert gas generator
In 1962 maakt men de eerste (officiële) inert gas generator voor industriële toepassingen. In 1967 levert men de eerste inert gas generator voor het schip M/V "Willem Barentz". Sinds 1962 zijn er ongeveer 3700 inert gas installaties geleverd, merendeel voor maritieme toepassingen (schepen en olie-tankers). In 1967 werd het bedrijf "Gadelius KK" uit Japan vertegenwoordiger voor Smit Ovens in Japan, Taiwan en Korea.

Nieuwe inertgasgeneratoren 1965 Nieuwe inertgasgeneratoren 1965

Nieuwe inertgasgeneratoren 1965
Bron: Smit Mededelingen 1964

Inert gas installaties 1965-1969.

Voor Smit was de ervaring met de Willem Barentsz het bewijs van het potentieel dat hun inert gas technologie heeft voor de scheepvaartindustrie. Dit gold vooral voor product- en chemicaliëntankers, waar inert gas kan worden gebruikt om de brandbare atmosfeer in ladingtanks te regelen, waardoor explosiegevaar wordt voorkomen. Naast het beperken van het gevaar tijdens het reizen op zee, zou dit de lading tijdens het lossen in de haven veilig houden. Aan het begin van de jaren zeventig is Smit doorlopend bezig met de ontwikkeling van een verbeterd inert gas systeem voor tankschepen die gevaarlijke vloeibare ladingen vervoeren en met succes. Dit leverde een aantal mooie orders op waaronder de grootste tot dan toe in 1973 voor 3 inert gas generatoren voor een Franse Scheepswerf.

 

De Willem Barentz, bon: Wikipedia, 

 

Links: 10-9-1973, bron: Provinciaalse Zeeuwse Courant, rechts 10-3-1978, bron: Provinciaalse Zeeuwse Courant

Industriestandaard
De belangstelling van de marine voor inert gas groeide enorm vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw. In die tijd boden veel verzekeringsmaatschappijen kortingen aan voor tankschepen met deze systemen aan boord. Als gevolg hiervan installeerden meer schepen generatiegeneratoren met inert gas, maar vaak werd dit (nog) niet gebruikt. 

Een sterke toename van de tankontploffingen aan het einde van de jaren zeventig zorgde echter voor een verandering. Het belangrijkste keerpunt kwam in 1981, toen classificatiebureaus begonnen inert gas-systemen te eisen om verdere rampen te voorkomen en de veiligheid aan boord van tankschepen te waarborgen. Om voor verzekering in aanmerking te komen, moesten grote schepen die olie en gas vervoeren de systemen installeren en gebruiken. Binnen slechts enkele jaren hadden bijna alle grote tankschepen ter wereld een operationeel inert-gas-systeem aan boord. 

De toegenomen vraag zorgde ook voor nieuwe ontwikkelingen in de technologie. Smit-systemen waren lange tijd in staat om concurrenten te overtreffen op het gebied van gas kwaliteit dankzij het revolutionaire Ultramizing® verbrandingssysteem, waardoor ze konden branden zonder roet te produceren. De originele Ultramizing-branders waren echter afhankelijk van olie, lucht en stoom. Omdat er in de jaren zeventig en tachtig nog maar weinig schepen stoomkracht gebruikten, vereiste de installatie van een Smit Inert Gas System de aanschaf van een extra stoomgenerator. Veel klanten hebben geklaagd over de extra prijs en dit beïnvloedde de concurrentie positie negatief. Zo rond 1980, realiseerden men zich dat men een andere manier moest zien te vinden om de stoom weg te laten. Na twee jaar testen ontwikkelde het team van Smit een nieuw Ultramizing verbrandingssysteem dat alleen met olie en gas werkte. Tegenwoordig hebben alleen LNG-tankers, die extreem hoge eisen stellen aan de kwaliteit van inert gas, de extra stoomgenerator nodig. Deze belangrijke doorbraak verstevigde het Smit Inert Gas System als de marktleider - een positie die het nog steeds inneemt.

Inertgas installatie uitgerust met ultramizing oliebrander (1969)
Inertgasgenerator uitgerust met ultramizing brander (1969). Smit Mededelingen 1969

 

Nieuwe gasgeneratoren fabriek (1971)

Bron: Holecpost 1971-6, in bezit van Stichting Willem Smit Nijmegen

De engineers van Smit Gas Generatoren zijn aan het werk met de opbouw van een Gas Generator (1970-1980).

FILM - Uitleg over het Smit inert gas systeem (Alfa Laval)

  

Links: 16-2-1980, bron: Telegraaf, rechts 16-05-1981, bron Trouw.

26-01-1979, bron: Trouw.

Dit is de foto die is gebruikt voor de advertentie uit 1979. Bron: Antoon de Valk. 

Een uniek reclameblad van Holec Furnaces/Gas Generators voor China en Hong Kong (1984). Bron: Stichting Willem Smit Historie Nijmegen.

 

Naamplaatjes, typeplaatjes, keuringsbriefjes van Smit Gas Generatoren, bron: Stichting Willem Smit Historie.

Holec Gasgeneratoren 1981
Een krantenartikel uit lang vervlogen tijden, een grote order voor Holec Gas Generatoren uit Japan. Bron: Holec Krant (juni 1981)

 


Installatie  type: Gin 12000 dubbele brander 1969-1970 

12-2-1983, bron: Telegraaf


Holec Furnaces Gas Generatoren op een beurs in 1985. 

Bron: Antoon de Valk.

Na het Holec-tijdperk
Na het Holec-tijdperk gaat Smit Ovens zelfstandig verder en na een faillissement en doorstart van Smit Ovens (en verhuizing naar Eindhoven) worden in 1997 de inertgas activiteiten voortgezet als een zelfstandige onderneming onder de naam Smit Gas B.V. Enkele jaren later wordt men gekocht door Kroymans Corporation en Terlago.  In 2002 heeft men een omzet van 30 miljoen euro en er werken 60 mensen. In 2003 wordt men overgenomen door Delft instruments en verandert de naam in Smit Gas Systems B.V.

Aalborg-Industries neemt Smit Gas Systems over
In 2006 neemt Aalborg Industries alle aandelen over van Smit Gas Systems. De naam verandert dan ook in Aalborg Industries Inert Gas Systems B.V. Het bedrijf heeft vele namen gehad. Smit Gas, Smit Gas Systems, Smit Gas Generatoren, Holec Gas Systems, Holec Gas Generatoren, Holec Furnaces Gas Generators, Enraf Smit Gas Systems, maar in de volksmond kent men het bedrijf nog steeds als Smit Gas of de Smit Gas Generatorenfabriek.

Sinds 20XX heet het bedrijf Alfa Laval. Het oude pand aan de Groenestraat / St Hubertusstraat in Nijmegen, waar men sinds de oprichting nog gehuisvest was wordt definitief gesloopt ten koste van de al jaren geplande nieuwbouw. In oktober 2018 gaat het bedrijf verhuizen naar Wijchen (Bijsterhuizen). 

Informatie
Klik hier voor een film van Inert gas (website http://www.aalborg-industries.com/)

http://www.smitgas.nl/ 

 

Schrijf reactie (0 Reacties)

Tijdlijn / korte historie Smit Transformatoren


Een door Thomas Rosskopf ontwikkelde transformator, gemaakt bij Smit Slikkerveer rond 1908. Bron: archief Brush HMA Ridderkerk.

Korte geschiedenis van de eerste 100 jaar van Smit Transformatoren en wat er aan vooraf ging.
versie : 009 16 januari 2020.

1860 - Willem Benjamin Smit wordt op 9 november 1860 geboren in Slikkerveer. Zijn vader heeft een klinknagelfabriek en zijn ooms hebben allerlei bedrijven waaronder een scheepswerf. Veel bedrijven in de streek rond Ridderkerk met de naam “Smit” zijn opgericht door zijn directe familie. Hij wordt doorgaans Willem Smit genoemd. Hij overlijdt op 20 augustus 1950 in Ridderkerk.

1866 - Ongeveer gelijktijdig vinden de Engelsman Wilde en de Duitser Siemens een roterende machine uit die mechanische energie ( bv. draaiende as van een stoommachine) kan omzetten in elektrische energie (om bv. een elektrische lamp op te kunnen laten branden), zonder gebruik van batterijen of permanente magneten zoals voordien. Siemens noemt zijn machine “ Dynamo “ velen beschouwen hem dan ook als de ultieme uitvinder. De Belg Gramme die zich later in Parijs vestigt , verbetert het anker in 1869, dit type zal model staan voor alle latere typen dynamo’s.

1878 - Willem Smit bouwt als autodidact zijn eerste dynamo ( met een Gramme anker) voor elektrische verlichting aan de hand van de schaars aanwezige buitenlandse literatuur. Het blijkt een succes en hij begint de fabriek van zijn vader te voorzien van elektrisch licht. Andere bedrijven willen dat nu ook.

1882 - Samen met zijn neef (en latere zwager) , Adriaan Pot, richt hij de "Electrisch-Licht-Machinen Fabriek Willem Smit & Co” te Slikkerveer op. Hij bouwt dynamo’s en levert turn key verlichtings projecten waarin de dynamo de belangrijkste component is. Ook bouwt hij de eerste Nederlandse elektriciteitscentrales, en voorziet Nijmegen als eerste stad in Nederland van een systeem voor openbare straatverlichting. Willem Smit trekt zich in 1914 terug uit de directie, maar blijft tot 1947 manifest op de achtergrond als commissaris en adviseur.

1885 - Ingenieurs van Ganz ( Boedapest ), Miksa Déri, Ottó Titusz Bláthy en Károly Zipernowsky vinden de transformator uit. Ottó Titusz Bláthy heeft hier waarschijnlijk een doorslag gevende rol in gespeeld. Dit toestel is onontbeerlijk voor het transport van elektrische energie ( wisselspanning) over langere afstanden. In enkele bronnen wordt over 1884 gesproken. Omstreeks 1885 verbetert William Stanley ( USA ) het ringkern ontwerp van Ganz, hij past een constructie toe met door wikkelingen omsloten kernpoten die door een juk met magnetisch met elkaar verbonden zijn. Fabricagetechnisch beduidend beter dan die van Ganz.

1890 – Waarschijnlijk het eerste gebruik van vermogens transformatoren in een elektriciteitsnet in Nederland. De in 1886 door Willem Smit in Kinderdijk gebouwde centrale wordt in 1890 uitgebreid voor het leveren van stroom aan de openbare verlichting in Krimpen aan de lek. Wegens de grote afstand kiest men voor een spanning van 650 V. Deze wordt in Krimpen aan de Lek getransformeerd naar 65 V. met behulp van lucht gekoelde (waarschijnlijk éénfase) transformatoren. Totaal waren er 4 stuks nodig. De afstand tussen de step up en step down transformatoren bedroeg 1000 m. Het is hoogst onwaarschijnlijk doch niet geheel uitgesloten dat deze transformatoren door Willem Smit gebouwd zijn. Officieel geldt 1900 als het begin jaar van de productie van transformatoren.

1891 - Het eerste baanbrekende gebruik van oliegekoelde draaistroom transformatoren. In Lauffen aan de Neckar wekt men met waterkracht 221 kW op, te veel voor het plaatselijke gebruik. In Frankfurt a M. is een grote behoefte aan energie, 1000 lampen en een 74 kW pomp. Er wordt een 175 km lange driefasen, 40 Hz, 15 kV lijn tussen die steden gebouwd. In Lauffen komt een 55 / 15.000 V step up - en in Frankfurt a M. de step down transformator. Het rendement van de verbinding is slechts 70 % maar het transport van elektrische energie mbv. draaistroom heeft onomstotelijk het pleit gewonnen.

1900 - De explosief toenemende vraag naar transformatoren, die tot dan toe voornamelijk uit Zwitserland en Duitsland betrokken worden, doet Willem Smit besluiten deze zelf te gaan bouwen. Een transformator is productie technisch enigszins vergelijkbaar met een dynamo. De eerste is een driefase luchtgekoelde 40 kVA, 1050 / 120 V. voor het Staat Spoor in Utrecht. Opmerkelijk is dat de eerste door Smit gebouwde driefase generator met een spanning van 1050 V in dat zelfde jaar ook aan het Staats Spoor is geleverd. De verbruiker had niets aan 1050 V en moest 120 V hebben. Wellicht dat deze eerste transformator een “moetje” was om de eerste driefase generator te kunnen verkopen. De eerste exemplaren zijn door gebrek aan specifieke kennis nog erg primitief en de spanning die hoger is dan die van een dynamo baren hem zorgen. Hij gaat op zoek naar een expert.

1907- ir. Rosskopf, de latere oprichter, directeur en mede eigenaar van Willem Smit en Co’s Transformatorenfabriek, treedt in dienst bij Willem Smit om de productie van transformatoren te stroomlijnen. Hij heeft in Delft werktuigbouwkunde gestudeerd en in Karlsruhe elektrotechniek (in Nederland bestond die studie nog niet), wijdt zijn hele leven aan transformatoren en neemt in 1947 afscheid van Smit Transformatoren om van zijn pensioen te genieten. Hij blijft dan nog zeer actief als adviseur en drijvende kracht in diverse commissies.

1908 - Oprichting van een gespecialiseerde fabriek voor de bouw van transformatoren onder leiding van Rosskopf op het terrein van de bestaande dynamo fabriek die inmiddels ook sterk is gegroeid.

1911 - De transformator activiteit groeit sterk door de steeds maar toenemende vraag van vooral de eerste Nutsbedrijven die de elektrificatie van stad en land ferm aanpakken. Er moet een nieuwe veel grotere fabriek gebouwd worden. Het perceel in Slikkerveer is hiervoor te klein. Men gaat op zoek naar een geschikte locatie en kiest uiteindelijk voor Nijmegen met zijn gunstig investeringsklimaat, goede spoor- en waterverbindingen, reeds een industriële infrastructuur en wat erg belangrijk is voor de (vocht gevoelige) bouw van transformatoren, droge zandgrond. Inmiddels is onder leiding van Rosskopf het product volwassen geworden, gestandaardiseerde ontwerpen en beproevingsprocedures zijn ingevoerd. De maximale hoogspanning is 10 kV.

1913 – Willem Smit & Co’s Transformatorenfabriek opgericht op 2 mei. Directie en tevens eigenaren , ir. Th. Rosskopf en ir. A.J. Bergsma. Commissaris wordt Willem Smit. Hij schenkt zijn naam, klanten, productie middelen en de in Slikkerveer deels afgebouwde transformatoren, die na 4 november (start Nijmeegse productie) aldaar worden afgebouwd. Het startkapitaal was toen HFL. 200.000,- (wat overeenkomt met EUR 91.000,-). Dit wordt opgebracht door familie en vrienden van Rosskopf en Bergsma. Begonnen wordt met een kleine 40 werknemers, in het begin deels afkomstig uit Slikkerveer. Een kleine 10 jaar later is het personeelsbestand bijna verzesvoudigd.

1915 - Ten gevolge van WO I stagneert ( transportproblemen en koper moest gebruikt worden voor patroonhulzen) de levering van wikkeldraad uit Duitsland en de VS, de grootste producenten. Wikkeldraad is de meest essentiële bouwsteen voor de fabricage van transformatoren. Daarom besluit men dit zelf te gaan maken (draadtrekken en isoleren) en richt de afdeling Draadfabricage op, voor de eigen behoefte en later voor derden. Dit bedrijf maakt onder de naam Smit Draad tot 1978 deel uit van Smit Nijmegen. Het bedrijf is thans gevestigd op een andere locatie in Nijmegen en draagt nog steeds de naam “Smit Draad”. In oktober 1918 ( vlak voor het einde van WO I ) steeg de koperprijs tot 13,60 euro/kg. Daarna daalde hij weer snel.

1916 – ir. Nolen, treedt in dienst. Hij wordt in 1925 mededirecteur en promoveert in dat jaar. In 1937 wordt hij hoogleraar in Delft als opvolger van Feldmann en is van 1946 t/m 1955 algemeen directeur. Hij is de grondlegger van het hedendaagse transformator ontwerp.

1917 - Transformator nummer 2000 werd geregistreerd en afgeleverd.

1924 - 50 kV doet zijn intrede. Dit net wordt het ”Ultra hooge spanningsnet” genoemd. De PGEM begint met de verbinding Nijmegen – Arnhem – Apeldoorn, en past hier één fase 1700 kVA transformatoren toe in Dd schakeling in open “V” (3400 kVA) en als de behoefte toeneemt in gesloten “D” (5100 kVA) dit principe blijft uit redundantie overwegingen lang stand houden. Anderen (zoals de PNEM rond 1921) gaan al spoedig over op drie-fase transformatoren of hebben dit reeds al. De eerste 50 kV Transformator was voor het provisorische 50 kV station van de PGEM in Lent. Mogelijk reeds in 1923 gebouwd.

1925 - De eerste transformator voor elektrisch lassen ziet het daglicht, hij wordt LT 1 gedoopt, daarna volgt de LT 2 en de LT 3, een driefasige. Daarna ontstaat een hele reeks LT’s tot ca. 1960 zijn er vele duizenden van gemaakt.

1926 - Het Buchholzrelais wordt voor het eerst toegepast.

1927 - Oprichting van de afdeling Laselektroden. Elektrischlassen werd steeds meer toegepast. Het kost elektrische energie, dus het vergroot de behoefte aan transformatoren. Daarbij is een lastransformator nodig en die bouwde men reeds. Voorts was er in de product mix een behoefte aan een fast moving product. Daarbij kwam nog dat lassen met wisselstroom slechts mogelijk was met een beklede elektrode. Wellicht was dit de belangrijkste drijfveer. Dit bedrijf maakt onder de naam Smit Las tot 1978 deel uit van Smit Nijmegen. Het bedrijf is thans gevestigd op een andere locatie in Nijmegen en draagt nu de naam “Lincoln Smit Weld”.

1930 - De eerste 100 kV transformatoren, deze spanning zal later opgewaardeerd worden naar 110 kV. Het vermogen is slechts 2500 kVA zij dienen voor de koppeling van de centrale van Friesland en Groningen, die in het begin op 60 kV bedreven werd. De hoogspanningswikkeling van de transformator kon omgeklemd worden van D naar Y. Inmiddels worden 50 kV transformatoren met een vermogen van 22000 kVA gebouwd.

1930 – Toepassing van de eerste regelschakelaars (onder belasting) van het hedendaagse principe.

1934 – 150 kV doet zijn intrede. Het vermogen is slechts 6000 kVA. De transformator heeft geen spanningsregeling onder belasting maar wel een aftak schakelaar aan de 10 kV zijde, die alleen in spanningsloze toestand bediend mag worden. Toegepast in de verbinding Roermond – Lutterade. Zie 1937.

1935..1936 - Oprichting van de afdeling Ovens. De eerste oven (reeds gebouwd in 1929) was bestemd voor het bakken van de mantel van laselektroden. Daarna volgden vele ovens voor derden, oa. elektrische. Het gamma omvat alle mogelijke typen, van kleine pottenbakkers ovens tot grote industriële installaties voor het nagloeien van beeldbuizen voor TV-toestellen. Dit bedrijf maakt onder de naam Smit Ovens tot 1978 deel uit van Smit Nijmegen. Het bedrijf is thans gevestigd in Son ( bij Eindhoven) en draagt nog steeds de naam “Smit Ovens”.

1937 - Opdracht voor de grootste transformatoren tot dan toe door Smit gebouwd. 2 stuks 52500 kVA 150 / 25 / 10 kV Ynynd onder belasting regelbaar in het 150 kV sterpunt. Zij waren bestemd voor de 150 kV verbinding Den Haag (station Voorburg) - Rotterdam ( station Marconistraat).

1939 - ir. C.E.M de Kuijper ( later meestal Doctor de Kuijper genoemd) treedt aan na zijn studie elektrotechniek, bij Prof. Nolen, in dienst van Smit als “jong ingenieur”. In 1946 wordt hij hoofd van de afdeling transformator berekening. Hij promoveert in 1949 tot doctor in de elektrotechnische wetenschappen en wordt in 1963 directeur van de transformatoren fabriek. (Otto is in die dagen algemeen directeur) In 1976 gaat de “ Doctor ” met pensioen. Hij heeft dan vele wetenschappenlijke publicaties op zijn naam staan en drukte een onuitwisbaar stempel op het ontwerp van de transformator.

1945 - Oprichting van de afdeling Gloeidienst als onderafdeling van Ovens. Dit bedrijf gloeit grote metalen werkstukken uit om materiaalspanningen ontstaan tijdens de bewerking te verminderen. Dit werd op locatie gedaan onder andere met behulp van mobiele elektrische inductie ovens en in de eigen bedrijfshal waar het uit te gloeien werkstuk dan eerst heen gebracht moest worden. Dit bedrijf maakt tot 1978 deel uit van Smit Nijmegen. Het bedrijf is thans gevestigd in Cuyck (NB) en draagt nu de namen “Smit Gloeidienst BV” en “Smit Glühdienst GmbH” (voor de Duitse activiteit).

1949 - Op 24 mei treedt de 1000-ste werknemer in dienst, de heer A.Frederiks. Red.: begin oorlog 597 werknemers, einde oorlog 413.

1953 – Bouw van een nieuw hoogspannings lab voor het beproeven van transformatoren 220 kV 100 MVA waarbij rekening gehouden is met de mogelijkheid het later uit te breiden voor het beproeven van 380 kV transformatoren met een beduidend groter vermogen.

1953 - Het eerste koud gewalste gerichte blik (G.O.E.S.) komt op de markt en Smit past dit onmiddellijk toe.

1954 - Overname van Olthoff’s transformatoren fabriek in Ede. Eerst worden hier de kasten voor de Nijmeegse nettransformatoren en complete lastransformatoren gebouwd. Tevens worden hier reparaties verricht. Daarna wordt deze vestiging ingericht voor de fabricage van giethars meet- en vermogenstransformatoren. Tevens zijn er activiteiten op het gebied regeltechniek. In 1977 sluit Smit Ede en wordt de productie van gietharstransformatoren naar Nijmegen overgebracht.

1955 - De eerste regelschakelaar compleet in de kast ingebouwd zoals heden ten dage gebruikelijk is.

1955 - Start fabricage giethars geïsoleerde meettransformatoren, later volgen de vermogenstransformatoren.

1956 - Bouw van de eerste 220kV transformatoren. Eén fase 36,6 MVA, 220/√3 / 150/√3 kV onder belasting regelbaar aan de sterpuntzijde van de 150/√3 kV wikkeling. Deze werden opgesteld in Lutterade. Duitsland (Zukunft) en België hadden een koppeling op 220 kV niveau, de lijn liep over Nederland ten zuiden van Lutterade dat daar met een aftakking mee verbonden was.

1957 - Bouw van de eerste inertgasgenerator voor eigen gebruik bij de productie van draad in een niet oxiderende atmosfeer. In 1962 volgt productie voor derden in een onderafdeling van Ovens. Met inertgas voorkomt men oxidatie of brand, dit gas wordt geproduceerd door een inertgasgenerator. Deze installaties worden vooral toegepast aan boord van tankschepen waar de hele lading afgedekt kan worden met inertgas. Dit bedrijf maakt tot 1978 deel uit van Smit Nijmegen. Het bedrijf is nog steeds gevestigd op zijn oorspronkelijke locatie in Nijmegen (ca. 350 m. verwijderd van Transformatorenfabriek) en draagt nu de naam “Alfa Laval Aalborg Nijmegen BV.”

1957 - In dit jaar werd Transformator nummer 162000 gemaakt en afgeleverd.

1958 - Succesvolle test in samenwerking met de KEMA van een proefwikkeling voor de toekomstige 380 kV transformatoren. Het zal echter nog tot 1966 duren voordat deze besteld worden.

1959 - Oprichting van de afdeling Regeltechniek in Nijmegen, met productie faciliteiten in Ede. Eén van de eerste projecten was een vlambeveiliging voor ovens van het eigen fabrikaat. Daarna volgden opdrachten voor ondermeer de aansturing van magneten in het lab van de Universiteit Nijmegen en het CERN in Geneve. Deze afdeling wordt in 1969 overgeheveld naar Holec ivm. de fusie omdat zij eveneens over een afdeling Regeltechniek beschikken. De fysieke verhuizing naar Hengelo vindt echter pas in 1974 plaats.

1959 - Introductie van het wikkelen met samengeslagen kabel. Om deze kabel te maken heeft Smit Draad een deels zelf ontworpen kabelslag machine in gebruik genomen. Aan het tijdrovend samenslaan op de wikkelbank in de transformatorenfabriek is nu een einde gekomen. Deze kabel heet CTC , Continuous Transposed Cable. Als hij uit veel draden (aders) bestaat heet hij Big CTC. De ten onrechte vaak gebruikte naam “Giant CTC” is een handels naam van de concurrent en mag dus niet voor het Smit product gebezigd worden.

1959 - Introductie van de elektronische rekenmachine voor het maken van complete transformator ontwerpen. Door de gigantische tijdbesparing is het mogelijk geworden om vele ontwerpen te maken en hier het optimale ontwerp uit te kiezen, het zgn. optimaliseren. Reeds in 1957 was het mogelijk om met behulp van een elektronische rekenmachine berekeningen van veldverdelingen te maken.

1960 - Fusie met EMF Dordt, voorheen Willem Smit & Co’s Electromotorenfabriek Dordrecht, opgericht in 1911.

1960..1966 - Fusie met AFO in Hattem (apparaten) en Coq in Utrecht (vermogensschakelaars). Synergie zal hier een van de motieven zijn geweest. AFO Hattem had veel ervaring met elektronica voor de marine (puls logica) en paste dus goed bij Regeltechniek. Coq Utrecht bediende in het midden- en hoogspanningssegment dezelfde klanten als de transformatorenfabriek.

1966 - Smit bestaat uit de volgende bedrijven / afdelingen :

  • Transformatorenfabriek / Nijmegen en gespecialiseerde producten in Ede. 
  • Draadfabriek / Nijmegen.
  • Ovenfabriek / Nijmegen.
  • Laselektrodenfabriek / Nijmegen.
  • Regeltechniek / Hoofdzetel Nijmegen en tevens activiteiten in Ede.

1966 - Smit heeft de volgende dochterondernemingen:

  • EMF Dordt ( Elektromotoren )
  • Coq Utrecht ( Schakelmateriaal )
  • AFO Hattem ( zie 1960..1966 )
  • Olthoff's Transformatorenfabriek Ede ( zie 1954 ) 
  • Mij. tot exploitatie van Transportwagen NV te Nijmegen (een kleine onderneming die slechts tot doel had het exploiteren van één kuilwagen waarmee men via het spoor grote transformatoren van Nijmegen naar de plaats van bestemming kon brengen)

1966 - Op 22 november 1966 besluit de Raad van Bestuur de naam Willem Smit en Co’s Transformatorenfabriek te wijzigen in “ Smit Nijmegen Electrotechnische Fabrieken N.V .” De bestaande aandelen en obligaties worden op 6 februari 1967 op de nieuwe naam gesteld.

1966 – De opdacht voor de eerste 380 kV transformatoren. Dit zijn dan nog éénfasige die met zijn drieën een bank vormen van 450 MVA 380 / 150 / 50 kV. YNynd. De uitgevoerde tertaire wikkeling (50 kV) was bedoeld om er naar behoefte een laadstroomcompensatie spoel op aan te kunnen sluiten. De regeling, onder belasting, geschiedt in het 380 kV sterpunt.
Alle latere transformatoren voor het 380 kV-net zijn driefasig. De eerste werden opgesteld in Krimpen a/d IJssel en Diemen.

1967 - Oprichting van een afzonderlijke vennootschap Smit Nijmegen Compro,
met het doel om combinaties van industriële producten van eigen en vreemd fabrikaat slagvaardiger te vermarkten.

1969 - Fusie tussen Smit Nijmegen Electrotechnische Fabrieken N.V. ( Smit en haar dochters) en de grotere Samenwerkende Electrotechnische Fabrieken Holec N.V.( Heemaf, Hazemeyer en Smit Slikkerveer). De laatste drie ook wel “ klein Holec” genoemd; na de fusie spreekt men van “groot Holec”.
Smit brengt hier 3380 medewerkers in en Holec 5119.

1975 - Oprichting dochtervennootschap Smit Transformatoren B.V.

1976 - De grootste transformator tot dan toe wordt in opdracht gegeven. Voor zover bekent tevens qua gewicht van het binnenwerk de grootste ter wereld m.u.v. de toenmalige Sovjet Unie waar ze nog grotere bouwden. Een
780 MVA ( volgens de huidige norm 850 MVA) machinetransformator 410 / 21 kV met olie-waterkoeling, voor de Amer 8 centrale van de PNEM in Geertruidenberg.

1978 - Reorganisatie binnen Holec waarbij de bouw van transformatoren ondergebracht wordt in de Holec Transformatorengroep (te vergelijken met een divisie) en de andere activiteiten van Smit van voor de fusie ondergebracht worden in andere groepen. Hiermee verliest Smit Transformatoren zijn zeggenschap over Draad, Laselektroden, Ovens en haar oorspronkelijke dochters. De als goed bekend staande namen, Smit Transformatoren, Hazemeyer, Coq etc.verdwijnen; niet alleen dat dit het personeel zeer verdroot maar ook uit marketing oogpunt een onjuiste beslissing, zeker voor wat betreft de buitenlandse handel. Over de grens duurde het te lang voordat men besefte dat Holec Transformatorengroep hetzelfde was als Smit.

1980 – Eerste opdracht uit de USA van de Bonneville Power Administration, B.P.A. een spaartransformator 170 MVA 230 / 115 kV 60 Hz. Er kon met 60 Hz. beproefd worden. Zie tevens 1985 ( Smit USA inc.) en 1993 ( Productie in de USA).

1982 - Smit Transformatoren, teleurgesteld in wat de fusie heeft opgeleverd, verzelfstandigt dmv. een gedeeltelijke personeels buy out. Het personeel verwerft 50 % van de aandelen, het overige blijft in handen van Holec. De activiteiten beperken zich daarna tot de bouw van vermogenstransformatoren, reparatie onderhoud en service aan transformatoren van eigen en vreemd fabrikaat. Tevens wordt in een kleine afdeling gewerkt aan Super Geleidende Magneet systemen, waar ook voor derden spoelen voor magneetsystemen gemaakt worden en geëxperimenteerd wordt met magnetische waterzuivering.

1985 - Smit Transformatoren neemt de elders in Nijmegen gelegen fabriek van olie-nettransformatoren over van Holec. Voor de gietharstransformatoren die ook in deze fabriek gemaakt worden heeft Smit geen interesse; deze activiteit blijft bij Holec.
De productie van olie-nettransformatoren wordt verplaatst naar de Groenestraat.

1985 – Oprichting van Smit USA Inc. de verkoopmaatschappij van Smit Transformatoren voor de USA en Canada. Sinds 1980 worden er regelmatig transformatoren in de USA verkocht, de perspectieven zijn goed, maar vereisen wel een permanente locale aanwezigheid van een sales force.

1986 – Begemann (Joep van den Nieuwenhuyzen) neemt Smit Transformatoren over van Holec en het personeel. De activiteiten op het gebied van magneet systemen worden elders binnen het Begemann concern ondergebracht.

1993 - Smit Transformatoren opent een productiebedrijf in de USA mede om het Smit product een Amerikaans nationaal karakter te geven, maw. inspelen op het “buy American” gevoel en eventuele herstellingen snel uit te kunnen voeren zonder tijdrovend transport over zee. Deze operatie blijkt na korte tijd weinig succesvol te zijn en wordt beeïndigd. De naamsbekendheid is er echter sterk op vooruit gegaan en de Amerikanen blijven graag bij Smit kopen ook al wordt er in Nijmegen geproduceerd. Vanaf 1986 bedraagt de omzet in de USA ca. 40% van de totale omzet.

1993 - De eerste opdracht voor 550 kV, shunt smoorspoelen 58 Mvar, voor een klant in de USA. Dit was de opmaat naar de grotere eenheden in het 500 kV segment, die leidde tot bijv. een 750 MVA 500 kV voor Canada.

1994 - Management buy-out met participatie van het personeel en steun van de banken en investeringsmaatschappijen.

2000 - Smit Transformatoren wordt verkocht aan het Duitse energiebedrijf RWE en wordt ondergebracht in haar organisatie Tessag (een synergie loze groep van industriële bedrijven, maar wel met twee moderne fabrieken van SGB die gespecialiseerd zijn in de massa productie van kleinere en middel grote transformatoren). Van lieverlee wordt de productie van de in 1985 verworven fabriek voor olie-nettransformatoren uit rationaliteitsoverwegingen ondergebracht bij het veel grotere en modernere SGB.

2001- Opdracht voor de Dwarsregelaar Meeden, destijds één van de grootste symmetrische dwarsregelaars in de wereld. Totaal doorgaand vermogen 2000 MVA. 420 kV plus en min 30 grd. bestaande uit 6 kasten met in iedere kast een éénfasige serie en een éénfasige regeltransformator.

2005 - RWE keert terug tot haar core business, de energievoorziening, en verkoopt haar industriële bedrijven. De transformatorengroep (Smit en de twee fabrieken van SGB) komen in handen van de Duitse investeringsmaatschappij HCP. De productie van middel grote vermogenstransformatoren wordt eveneens uit rationaliteitsoverwegingen overgenomen door SGB.

2008 - HCP verkoopt de gehele transformatorengroep aan BC-Partners. De activiteiten van Smit Transformatoren zijn dan de bouw van grote tot zeer grote vermogenstransformatoren en het verlenen van reparatie, onderhoud en services aan eigen en vreemd fabricaat.

2008 .. 2013 - De fabriek, nog altijd op de locatie waar het in 1913 begonnen is, ondergaat een complete metamorfose waarmee tientallen miljoenen Euro’s zijn gemoeid. Dit heet “Plan 2011” Het lab wordt ingericht voor het het beproeven van 800 kV transformatoren. Voorts wordt geïnvesteerd in onder andere: horizontaal luchtkussen transport, een mobiele installatie voor verticale verplaatsing tot 600 ton, verticale wikkelbanken en nieuwe kantelbare stapelmallen. De logistiek wordt sterk verbeterd door het verplaatsen van productie afdelingen en het kantoor gebouw wordt gemoderniseerd.
De reparatie, onderhoud en service activiteiten worden ondergebracht op een nieuwe nabij gelegen locatie en krijgt de beschikking over een moderne goed geoutilleerde montagehal en navenante installaties om op locatie services te verrichten waaronder een mobiele installatie voor het beproeven met aangelegde- en geïnduceerde spanning en voor het meten van partiële ontladingen, nullast- en kortsluitverlies.

2012 - Overname van Ohio Transformer Corporation ( Louisville ) ten behoeve van alle denkbare service activiteiten in de USA en Canada.

2012 - De eerste opdracht voor een 800 kV Transformator, die beproefd zal worden na 2 mei 2013 (dus na het einde van deze geschiedschrijving).

2013 - Op 2 mei 2013 bestaat Smit 100 jaar. Dit wordt gevierd met onder andere een feestelijke brunch voor het voltallige personeel waarbij de CEO, Mark Wilkinson, uit handen van de Commissaris van de Koning, Clemens Cornielje, het predicaat Koninklijk in ontvangst mag nemen. Hierop was niet gerekend maar wel gehoopt. Dit was het laatste door Koningin Beatrix getekende predicaat.

 

De samenstellers van deze tijdslijn , Erik de Vries & Rudo Hermsen, hebben getracht de feiten zo nauwkeurig en compleet mogelijk weer te geven. Mocht u hierin fouten of tekortkomingen ontdekken dan verzoeken wij u dit te melden aan Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. De Stichting Willem Smit Historie Nijmegen (opgericht 10 juli 2013) zal u hier erkentelijk voor zijn en waar nodig de tekst aanpassen.


De Stichting is nog steeds bezig met historisch onderzoek. Wellicht dat nieuwe vermeldenswaardige feiten door hen ontdekt worden. In dat geval zal er een gewijzigde versie van deze tijdslijn gepubliceerd worden.

Transformatoren 9400/12500 kVA (1948), bron: Stichting Willem Smit Historie Nijmegen.

Bronvermelding : archieven van Smit transformatoren, diverse geschiedkundige werken, Erik de Vries, Willy Ahlers, Kees Tijm, Rudo Hermsen, Bert van Herpen en lezers die ons extra informatie verschaften of ons op fouten wezen. 

Schrijf reactie (2 Reacties)

Subcategorieën

Film

Om een goed beeld te geven hoe het ervroeger in de Smit bedrijven aan toe ging zal ik hier geregeld korte film-fragmentente plaatsen. De film-fragmenten hebben allemaal in meer of mindere mate te maken met Willem Smit & Co's Transformatorenfabriek.

We hebben al enkele prachtige bedrijfsfilms teruggevonden uit 1926/1938/1950 en 1966 en van latere datum, de jaren tachtig en negentig.

Mocht iemand nog een oude film van een van de Smit bedrijven in zijn bezit hebben, neemt u a.u.b. contact met mij op, want  via de contacten bij Techniekmuseum het Heim en HCO Zwolle kunnen wij veel soorten film- en videobanden om laten zetten naar dvd-formaat.

U krijgt altijd een kopie van de DVD mee als dank.

M.v.g.

Rudo Hermsen
E-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

Historische nieuwsflits

Het keramiek oventje voor H.M. Koningin Juliana (1959)

In 1959 bracht H.M. Koningin Juliana een bezoek aan de fabrieken van Smit Transformatoren. Zij bezocht alle afdelingen waaronder ook Smit Ovens. Na afloop kreeg zij een elektrische keramiek oven van  Smit - verpakt met een mooie strik - mee naar huis. Of HM de oven veel gebruikt heeft is ons niet bekend. Toevallig zag ik op Marktplaats een identieke keramiek oven staan die dus na dik 60 jaar nog steeds werkt. 

21-10-1959: Directeur Otto geeft uitleg over het geschenk aan H.M. Koningin Juliana, een pottenbakkersoventje gemaakt door Smit Ovens. 

Specificaties van het Smit Keramiekoventje, type automatic: 

  • N°058933, type SKS 30/30/40
  • Max.temp. 1300°C 6KW
  • 220/380V 3/240F schakel. V

 

Schrijf reactie (0 Reacties) Lees meer...

Reclame turbo generatoren Smit Slikkerveer (1932)

Mooie advertentie van Smit Slikkerveer uit 1932.

Smit Slikkerveer reclame 1932

Bron: Archief Smit Transformatoren, "electrotechniek" 16-03-1932

Schrijf reactie (0 Reacties)

Bedrijfsfilm videobox

Cloud tag

Laatste artikelen

Laatste reacties

      LEES MEER

Wie is online

We hebben 85 gasten en geen leden online

Statistieken

Aantal bekeken pagina's
11806840
DMC Firewall is a Joomla Security extension!